Forse vertraging aanpak spoor Leiden-Utrecht door gestegen kosten

DEN HAAG - De aanpak van de spoorverbinding tussen Leiden en Utrecht loopt forse vertraging op. Het was de bedoeling dat de geplande werkzaamheden eind 2026 zouden zijn afgehandeld, maar het project dreigt door prijsstijgingen "flink duurder" te worden dan begroot. De provincie Zuid-Holland gaat daarom naar eigen zeggen samen met spoorbeheerder ProRail en de andere deelnemende partijen "terug naar de tekentafel" om alle plannen goedkoper te maken en om extra geld te zoeken.

Om op het drukke traject tussen Leiden en Utrecht de hele dag door meer treinen te laten rijden, zijn de afgelopen jaren al diverse aanpassingen aan het spoor gedaan. Meer ingrijpende wijzigingen staan nog in de planning. Zo is het om veiligheidsredenen de bedoeling om op de Burgemeester Smeetsweg in Zoeterwoude, die kruist met de spoorlijn en de N11, via een viaduct een ongelijkvloerse kruising te maken. Het project bevat ook de aanleg van een nieuw station bij Hazerswoude-Rijndijk, onderdeel van de gemeente Alphen aan den Rijn.

Volgens de provincie Zuid-Holland blijven de ambities wat betreft frequenter gebruik van het spoor en de bouw van een nieuw station overeind. Alle onderdelen van het plan worden het komende halfjaar wel herzien, om te bekijken of er goedkopere oplossingen zijn. De lopende bestemmingsplanprocedure voor de ongelijkvloerse kruising wordt gestaakt. "Dit betekent niet dat deze locatie van tafel is voor de aanleg van de ongelijkvloerse kruising", aldus de provincie.

Over verbetering van de spoorverbinding tussen Leiden en Utrecht wordt al ruim tien jaar gesproken.