'Twee tot drie keer meer faillissementen door coronacrisis'
AMSTERDAM - Door de coronacrisis kan het aantal faillissementen in 2021 verdubbelen of zelfs verdrievoudigen ten opzichte van 2019. Het ING Economisch Bureau verwacht voor 2021 dat 1,5 procent tot 2,5 procent van de bedrijven bankroet gaat, wat neerkomt op 6.500 tot 10.000 faillissementen.
In 2019 ging 0,8 procent van de bedrijven failliet. Ondanks de grote economische krimp wordt de schade beperkt door een aantal dempende factoren. Naast de overheidssteun hebben bedrijven zelf meerdere mogelijkheden om het omzetverlies (deels) op te vangen door variabele kosten te verlagen en snel afscheid te nemen van flexibel personeel.
Bovendien zijn zwaar getroffen sectoren als de horeca en detailhandel minder gevoelig ten opzichte van andere sectoren voor faillissementen doordat zij relatief weinig kapitaalgoederen hebben.
“Ondanks forse omzetdalingen in een aantal sectoren kan een explosie van faillissementen worden voorkomen dankzij een combinatie van overheidssteun, ondernemingsflexibiliteit en een beperkte kapitaalintensiteit.”, aldus Katinka Jongkind, econoom bij het ING Economisch Bureau.
Pas in 2021 sterke toename faillissementen verwacht
De uitbraak van het coronavirus zorgt dit jaar voor een ongekend grote economische krimp van ruim 6 procent. Na jaren van relatief weinig faillissementen zal het aantal zowel in 2020 als in 2021 toenemen. Voor 2020 gaat het ING Economisch Bureau uit van ongeveer 4.500 faillissementen, wat een stijging is van 40 procent ten opzichte van 2019. In 2021 valt het aantal faillissementen twee tot drie keer hoger uit dan in 2019. Het percentage bedrijven dat failliet gaat loopt daarbij op van 0,8 procent in 2019 naar 1,5 procent tot 2,5 procent in 2021, wat neerkomt op 6.500 tot 10.000 faillissementen. Hierbij wordt uitgegaan van het ING basisscenario waarbij geen sprake is van een tweede lockdown in het najaar.
Meeste overheidssteun voor horeca en zakelijke dienstverlening
Ondanks de grote omzetdalingen zijn er een aantal factoren die de stijging van het aantal faillissementen binnen de perken houden. De eerste factor betreft de financiële steunpakketten van de overheid voor bedrijven. Uit een analyse van het ING Economisch Bureau blijkt dat met name de horeca en de zakelijke dienstverlening het meest gebruik kunnen maken van de overheidssteun (gemeten naar percentage van de omzet). Zo kan in de horeca tot bijna 20 procent van de verloren omzet gecompenseerd worden door de verschillende financiële regelingen. De groothandel ontvangt van alle sectoren relatief de minste overheidssteun, onder meer doordat het omzetverlies in deze sector gemiddeld genomen minder groot is.
Flexibiliteit van bedrijven vergroot overlevingskansen
Een tweede dempende factor betreft de toegenomen flexibiliteit van bedrijven in de afgelopen tien jaar. Hoe flexibeler en wendbaarder het bedrijf, hoe groter de overlevingskansen zijn. De flexibiliteit om snel kosten te verlagen verschilt per sector. Vooral de groothandel, bouw en detailhandel zijn flexibel. Meer dan 70 procent van de omzet in deze sectoren bestaat uit flexibele kosten, waarvan het grootste deel de inkoopkosten zijn. Deze kunnen relatief snel worden verlaagd bij een dalende omzet.
Laag risico op faillissementen in horeca en detailhandel
Ten derde is niet iedere sector even gevoelig voor faillissementen. Ondanks dat bijvoorbeeld de horeca en detailhandel (non-food) tot de zwaarst getroffen sectoren behoren, ligt het risico op faillissementen in deze sectoren relatief laag. Dit komt omdat ze veelal weinig kapitaalgoederen hebben, waardoor faillissement niet altijd aantrekkelijk is voor schuldeisers. Uit de vorige crisis blijkt dat ook. Het aantal faillissementen binnen deze sectoren was destijds niet heel hoog doordat ze relatief eenvoudig zelf het bedrijf konden beëindigen in plaats van af te stevenen op een faillissement.