Ontslag directeur Haga Lyceum was terecht
AMSTERDAM - Het ontslag van de directeur van het Haga Lyceum blijft in stand. Zijn weigering om na zijn schorsing onder andere de toegang tot de bankrekeningen van de school over te dragen, was een gegronde reden om hem op staande voet te ontslaan. Dat heeft de kantonrechter bepaald in een bodemzaak die door de directeur was aangespannen tegen onderwijskoepel Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO), waar het Haga Lyceum deel van uitmaakt.
Langlopend conflict
Tussen de directeur en de SIO woedt al langere tijd een conflict over wie het voor het zeggen heeft op de school en binnen de stichting. De ruzie leidde op 2 juni van dit jaar tot het ontslag op staande voet van de directeur. Ook werd hij ontslagen als bestuurder van de stichting. De directeur-bestuurder vocht zijn ontslag aan in een spoedzaak bij de kantonrechter. Die kwam op 7 augustus 2020 tot de voorlopige conclusie dat het ontslag als directeur onterecht was. De kantonrechter komt nu in de bodemprocedure dus tot een andere conclusie, omdat inmiddels duidelijk is welke moeilijkheden de weigering tot afgifte heeft veroorzaakt. Deze moeilijkheden had de directeur destijds moeten voorzien.
Weigering om bankgegevens over te dragen
De directeur werd op 25 mei 2020 geschorst. Directe aanleiding daarvoor was een klacht van een docent over de directeur en de wijze waarop er op die klacht door hem was gereageerd. Na zijn schorsing werd de directeur met klem verzocht om onder meer alle sleutels, bankpasjes, gebruikersnamen en wachtwoorden in te leveren. De directeur weigerde dit. Daarop werd hij op 2 juni op staande voet ontslagen.
Gezagsverhouding totaal miskend
De kantonrechter oordeelt dat de weigering om de spullen over te dragen inderdaad een geldige reden was voor ontslag op staande voet. SIO heeft veel moeite moeten om alsnog toegang tot de rekeningen te krijgen. Hierdoor kon het salaris van juni niet op tijd aan de medewerkers worden uitbetaald. Ook met andere betalingsverplichtingen kwam de school in de knel. De situatie werd zo nijpend dat alleen met een voorschot van het Ministerie van OCW de problemen konden worden opgelost. De directeur heeft met zijn handelen de arbeidsrechtelijke gezagsverhouding tussen hem en zijn werkgever totaal miskend.