Bloedluisbestrijders veroordeeld voor gebruik fipronil
ZWOLLE - De eigenaren van Chickfriend en Chickclean zijn door de rechtbank veroordeeld tot 12 maanden celstraf. De twee Barnevelders hebben willens en wetens honderden pluimveestallen ontsmet met een bestrijdingsmiddel waar het verboden en schadelijke fipronil in zat. Zij verwaarloosden het belang van voedselveiligheid, zorgden voor gezondheidsrisico’s, milieuschade en een enorme economische schade, aldus de rechtbank.
De 28-jarige en 35-jarige mannen presenteerden zich als specialisten in de bestrijding van bloedluis en boden met hun ‘wondermiddel’ een oplossing voor de pluimveesector. Zij wisten dat het verboden middel fipronil in hun bestrijdingsmiddelen zat. Tussen 2015 en 2017 reinigden zij de stallen van ongeveer 20% van alle pluimveehouders in Nederland. Toen dit in 2017 uitkwam werden honderden pluimveebedrijven stilgelegd, miljoenen kippen gedood en tientallen miljoenen eieren vernietigd.
De rechtbank rekent het hen aan dat zij te gemakkelijk voorbij gingen aan de gevaren en risico’s voor mens, dier en milieu. Zij hadden vooral oog voor hun oplossing van het bloedluisprobleem in de pluimveesector en het snel verdienen van geld. Het is bijzonder verwijtbaar dat de mannen wisten dat fipronil een verboden middel was en het toch gebruikten bij voedselproducerende bedrijven met alle risico’s en gevolgen van dien.
De gezondheidsrisico’s voor mensen door het eten van fipronileieren is zeer klein. Dat rapporteerde het NFI. Maar het NFI sluit niet uit dat het kan voorkomen. Het is mogelijk dat er gezondheidsschade bij mensen zou kunnen optreden, met name bij jonge kinderen. Verder verwacht het NFI dat er door besmet kippenmest schadelijke effecten zijn voor bijvoorbeeld het bodemleven en bijen. Daarnaast is het mogelijk dat er risico’s zijn voor pluimveehouders die onbeschermd door de bestrijdingsnevel in hun stal liepen.
Als professionele bloedluisbestrijders hadden de twee mannen moeten weten van de risico’s voor de volksgezondheid en het milieu. Wat er ook te zeggen valt over de rol van NVWA en de eigen verantwoordelijkheid van de pluimveehouders, dit doet niets af aan de verantwoordelijkheid van de mannen zelf. Zij hadden de pluimveehouders moeten waarschuwen voor de schadelijke gevolgen. Zeker gezien meerdere pluimveehouders hen hier destijds naar vroegen.
Omdat het gaat om ernstige strafbare feiten met grote gevolgen veroordeelt de rechtbank beide mannen tot een onvoorwaardelijke celstraf van 1 jaar. De rechtbank houdt hierbij ook rekening met de negatieve gevolgen van de strafzaak en de media-aandacht voor de mannen en hun gezin. Er is geen aanleiding om een voorwaardelijke gevangenisstraf of een beroepsverbod op te leggen.
De twee bedrijven krijgen een voorwaardelijke boete van 25.000 euro opgelegd, met een proeftijd van 3 jaar. Hoewel de zaak ernstig genoeg is voor een onvoorwaardelijke straf, oordeelt de rechtbank dat het belangrijker is dat het beschikbare geld naar de benadeelden gaat, zoals de getroffen pluimveehouders. Het is niet nodig om de ondernemingen strafrechtelijk stil te leggen omdat dit praktisch gezien al is gebeurd.
De rechtbank velt geen inhoudelijk oordeel in de zaak tegen de 30-jarige vrouw omdat zij voor het verkeerde forum is gedagvaard. De rechtbank acht zich onbevoegd en geeft geen inhoudelijk oordeel. In haar zaak had de officier van justitie overigens vrijspraak gevorderd.