Rederijen kritisch op verklaring over einde fossiele steun
DEN HAAG - Nederlandse rederijen vinden nog veel onduidelijk aan de verklaring over het einde aan staatssteun voor fossiele projecten die de regering op de klimaattop in Glasgow heeft ondertekend. Voorzitter Annet Koster van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KNVR) vraagt zich daarnaast af of de ondertekening zin heeft als buurlanden geen handtekening zetten.
"Er is nog zoveel onduidelijk. Je ziet bij een heleboel punten dat het kabinet de kaders nog moet bepalen", zegt Koster. Ze noemt als voorbeeld de onduidelijkheid over wat precies als fossiel project wordt aangemerkt voor de scheepvaart. "Nu staat er dat het mogelijk blijft om schepen die worden aangedreven door fossiele brandstoffen te steunen, maar het vervoer en de verwerking van fossiele brandstoffen mag niet."
De ondertekening van een verklaring waarin landen beloven geen staatssteun meer te verlenen aan fossiele projecten, heeft in Nederland vooral gevolgen voor de zogeheten exportkredietverzekeringen. Daarmee helpt de overheid bedrijven aan verzekeringen voor grote projecten in het buitenland die niet op de normale manier te verzekeren zijn.
Mondiale sector
Volgens de KNVR dreigt het stopzetten van die hulp het doel te missen nu buurlanden als Duitsland, België en Frankrijk nog niet dezelfde stappen zetten. "De zeescheepvaart is een mondiale sector en als alleen al de landen om ons heen niet meedoen, dan moet je nagaan wat daar het effect van is voor het klimaat", zegt Koster, die benadrukt dat de sector het probleem van klimaatverandering inziet. "Wij reders zijn er heel hard voorstander van dat we samen iets aan de uitstoot doen."
Staatssecretaris Hans Vijlbrief erkende in een Kamerbrief dat het tekenen van de verklaring de concurrentiepositie van Nederland kan schaden. Hij wil dan ook samen met de belanghebbenden praten over behoud van banen en kennis. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) droegen exportkredietverzekeringen tussen 2018 en 2020 jaarlijks bij aan gemiddeld net geen 2000 banen.
VNO-NCW en MKB-Nederland, twee belangrijke lobbyclubs voor het Nederlandse bedrijfsleven, zijn ook kritisch over de ondertekening van de verklaring. De werkgeversorganisaties vrezen dat de maatregel zal uitdraaien op "symboolpolitiek met ondertussen negatieve gevolgen voor ons bedrijfsleven". Ze wijzen erop dat de vraag naar energie wereldwijd zal stijgen. Om echt effect te sorteren zouden Nederland en andere ondertekenaars daarom veel werk moeten maken van het opschalen van groene energie.