Minister moet mogelijke overtredingen bij vangen eenden opnieuw beoordelen

DEN HAAG - De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit moet een handhavingsverzoek van Stichting Animal Rights opnieuw beoordelen en daarover een nieuw besluit nemen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bepaalt dat vandaag in een beroepsprocedure die Animal Rights heeft aangespannen.

Animal Rights vroeg de minister om sancties op te leggen aan bedrijven die eenden hebben gevangen en geladen voor het transport naar het slachthuis. Die bedrijven zouden bij het vangen van de eenden dierenwelzijnsvoorschriften hebben overtreden, zoals het doodtrappen of tegen de muur slaan van eenden, het ruw inladen of gooien met de dieren. Animal Rights wijst als bewijs hiervan op beelden die met een verborgen camera zijn gemaakt.

De minister constateerde weliswaar dat een aantal bedrijven overtredingen heeft gepleegd. Hiervoor gaf de minister hen een waarschuwing . Een medewerker van een vangbedrijf kreeg een geldboete voor het doodtrappen van een eend. De overige bedrijven hebben volgens de minister de wet niet overtreden. 

Volgens het CBb heeft de minister niet duidelijk gemaakt hoe hij precies aankijkt tegen het door Animal Rights aangedragen bewijs. De minister had (beter) moeten motiveren waarom er, gelet op het aangedragen bewijs, geen sprake is van overtredingen en of een sanctie al dan niet moest worden opgelegd.

De minister moet binnen zes weken opnieuw beslissen op het bezwaar van Animal Rights tegen de afwijzing.