NS-medewerkers bang voor toekomst bedrijf door aangekondigd plan
UTRECHT - Werknemers van de NS zijn door voorgenomen beleidswijzigingen bij het spoorbedrijf bang voor het voortbestaan ervan. Vooral de beoogde toename van marktwerking op het spoor en het uit handen geven van internationale treinen komen de kwaliteit volgens de Centrale Ondernemingsraad (COR) niet ten goede, wat voor "maximale onzekerheid onder de 20.000 medewerkers" zorgt.
Het vertegenwoordigingsorgaan van het personeel uit de zorgen in een brief aan staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur), die een voorlopig programma van eisen (pve) voor de nieuwe concessie vanaf begin 2025 heeft opgesteld. Eerder waren vakbond FNV en de NS-directie zelf al kritisch over het plan.
"Onze vrees is dat de voornemens in het pve niet helpen de situatie op het spoor te verbeteren en de zeer goede prestaties op het spoor niet meer terugkeren. Wij verzoeken u daarom met klem de genoemde richting uit het pve te schrappen", staat in de brief van de COR.
De werknemers zijn onder meer kritisch over de onduidelijke looptijd van de nieuwe concessie. "Dit zorgt voor onzekerheid voor het personeel en de financiële situatie van NS", stelt de COR. Ook moet het spoorbedrijf zich volgens de brief al voorbereiden op de door Heijnen voorgenomen verhoging van marktwerking op het spoor. "Zoals de afsplitsing van het Onderhoudsbedrijf, de Klantenservice en Reisinformatie. De COR vindt dat deze ontmanteling betekent dat de kwaliteit en betrouwbaarheid van het product voor de reiziger afnemen."
Ook het openstellen van meer regionale lijnen voor concurrenten van de NS verhoogt de kwaliteit volgens de COR niet. "Het heeft volgens ons weinig zin het systeem aan te passen als de prestaties daarvan niet beter worden."