Clicky


OM eist celstraf voor verduisteren van ladingen goederen door inmiddels failliete RDK Trading

OM eist celstraf voor verduisteren van ladingen goederen door inmiddels failliete RDK Trading
24-11-2022 11:23 | Criminaliteit | auteur Redactie

AMSTERDAM - In een onderzoek naar de verduistering van diverse ladingen goederen heeft het Openbaar Ministerie woensdag 23 november in de rechtbank Amsterdam gevangenisstraffen van 15 maanden (waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren) en 13 maanden (waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren) geëist tegen twee verdachten (nu 37 jaar uit Oss en 33 jaar uit Wormerveer).

De officier van justitie heeft tevens een ontnemingsvordering aangekondigd tegen beide mannen. Ook hebben drie de benadeelde partijen een vordering op de verdachten gedaan.

Start onderzoek

Onder gezag van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (OM) is het strafrechtelijk onderzoek, met codenaam 26Natchez, gestart. Dat gebeurde op basis van aangiften van transportcriminaliteit begin april 2020. Deze aangiften zijn gedaan door verschillende benadeelde bedrijven tegen het bedrijf RDK Trading BV, dat een transport voor hen heeft gedaan. Telkens werden de goederen echter niet geleverd op de afgesproken plaats. Gedurende het onderzoek kwamen beide verdachten in beeld. De officier merkte op dat beiden er het zwijgen toedoen: “Zij hebben zich tot op heden beroepen op hun zwijgrecht over andere verdachten boven hen.”

Het bedrijf RDK Trading werd op 18 augustus 2020 failliet verklaard door de rechtbank van Noord-Holland.

Verduistering

Het OM verdenkt de twee ervan dat zij zich als transporteur goederen van een aantal bedrijven hebben toegeëigend, op drie te onderscheiden momenten eind maart 2020 in respectievelijk Beverwijk/Tynaarlo, Oostrum/Naarden en Rotterdam/Naarden. Plaatsen in Nederland dus terwijl de eindbestemming van de transporten, zoals vermeld staat in de transportorders, respectievelijk Zweden, Duitsland en Italië had moeten zijn. Het gaat, volgens het OM, om de verduistering van 22 pallets met gedroogd voedsel, 18 pallets met medische artikelen en 100.000 mondkapjes.

De 33-jarige verdachte wordt bovendien verweten dat hij, tijdens zijn aanhouding op 9 april 2020 in Wormerveer, in het bezit was van 4,1 kilo hennep.

Forse schade berokkend

Met het plegen van deze ladingdiefstallen hebben de verdachten individuele ondernemers schade en kopzorgen bezorgd. De schade die is berokkend aan de benadeelde bedrijven en ondernemers is fors. Deze bedraagt bij elkaar opgeteld, volgens OM en politie, ongeveer 189.000 euro.

Dat valt de verdachten zeer aan te rekenen, stelde de officier van justitie vandaag op zitting. “Door het gedrag van deze verdachten zijn ondernemers onderling in de problemen gebracht. Er ontstond dispuut over wie er verantwoordelijk kon worden gehouden voor de geleden schade, nu de goederen verdwenen waren.” Daardoor zijn bedrijfsprocessen verstoord geraakt. “Een transporteur die goederen kwijtraakt, verliest zijn vertrouwen in de markt”, aldus de officier van justitie.

Kwetsbaren in coronacrisis

De verdachten hebben volgens hem niet geschroomd tientallen pallets met voedsel en medische artikelen achterover te drukken.

“Dit speelde in de meest heftige periode uit de coronatijd die achter ons ligt”. In Nederland was toen sprake van de zogenoemde ‘intelligente lock down’. Ook de landen om ons heen kenden oversterfte door het coronavirus dat om zich heen sloeg. Het OM rekent het verdachten zeer aan dat zij de mondmaskers achterover drukten, terwijl de behoefte daaraan onder kwetsbaren en anderen in Italië, voor wie mondkapjes bestemd waren, nijpend was.

De officier van justitie haalde op zitting de nieuwsberichten uit en over Italië van maart 2020 aan. Berichten dat de medische zorg er overliep en men de hoeveel corona-doden simpelweg niet meer aan kon. “In die tijd reden de lijkwagens af en aan in de straten van de grote steden. Desondanks lieten verdachten hun eigengewin prevaleren”, hekelde hij het handelen van beide verdachten.

Uitspraak

De rechtbank doet uitspraak op 7 december 2022.