Clicky


Tot 4 jaar cel voor fatale brandstichting in Hilversum

Tot 4 jaar cel voor fatale brandstichting in Hilversum
12-06-2023 14:30 | Misdaad | auteur Redactie

UTRECHT - Drie mannen uit Hilversum zijn verantwoordelijk voor een fatale woningbrand in Hilversum in mei 2021 waarbij de twee bewoners omkwamen. Dat oordeelt de rechtbank Midden-Nederland.

Een 19-jarige man, destijds 16 jaar, stak het vuur aan. De rechtbank veroordeelt hem tot een jeugddetentie van anderhalf jaar en legt hem de PIJ-maatregel op (jeugd tbs). De twee andere Hilversummers van 21 en 23 jaar zijn medeplichtig. Zij zijn veroordeeld tot een celstraf van 4 jaar. 

In de nacht van vrijdag 28 mei 2021 komen meldingen binnen van een felle brand in een woning aan de Lutherhof in Hilversum. De brandweer treft in de slaapkamer van de woning de twee bewoners bewusteloos aan. Zij worden gereanimeerd en naar het ziekenhuis gebracht, maar overlijden kort daarna.

Naar aanleiding van de brand wordt door de politie een onderzoek gestart. Op camerabeelden van de woning is te zien hoe een persoon naar de voordeur van de woning loopt en daar vanuit een flesje een vloeistof door de brievenbus van de woning en op de grond voor de voordeur spuit. De persoon bukt naar voren en daarna is een grote felle flits te zien. De brand blijkt te zijn aangestoken.  

Uiteindelijk worden de drie verdachten aangehouden. Twee van hen staan op de camerabeelden van de woning aan de Lutherhof en worden ook herkend. Op beelden van een supermarkt is te zien hoe alle drie de verdachten samen in de auto van één van hen weg rijden. Twee verdachten herkennen zichzelf op de beelden; de destijds 16-jarige jongen wordt door meerdere agenten herkend.

Een camera van een tankstation heeft vastgelegd hoe de auto daar aankomt. De 16-jarige jongen vult een flesje met benzine en rekent dat af met de pinpas van één van de medeverdachten. Op beelden van nog een andere camera is te zien hoe de auto met de verdachten erin met hoge snelheid richting de Lutherhof rijdt. Twee verdachten stappen daar uit en lopen naar de woning. Eén van hen verklaart bij de politie dat de 16-jarige had gezegd dat hij ‘een grapje wilde uithalen’. Als de brand is gesticht, wordt dezelfde auto met hoge snelheid gezien in de buurt van een sporthal.

Volgens het Openbaar Ministerie is in deze zaak sprake van voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de drie verdachten en moeten de twee medeverdachten daarom veroordeeld worden tot een celstraf van 7 jaar voor het medeplegen van de brand. Maar daar gaat de rechtbank niet in mee. De verdachten hebben het vuur niet samen aangestoken en volgens de rechtbank is niet bewezen dat deze twee vanaf het begin wisten dat het plan was om brand te stichten. Dat hadden ze vanaf hun tussenstop bij het tankstation wél moeten begrijpen. Maar dat is te weinig om te spreken van medeplegen. Ze zijn wel medeplichtig. De rechtbank veroordeelt dit tweetal tot een celstraf van 4 jaar.

De inmiddels 19-jarige jongen wordt veroordeeld tot een jeugddetentie van 18 maanden. Ook legt de rechtbank hem de PIJ-maatregel op. Uit onderzoeken blijkt dat hij verminderd toerekeningsvatbaar was toen hij de brand stichtte. Daarnaast veroordeelt de rechtbank hem voor een woninginbraak die hij tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis pleegde. Hij droeg op dat moment zelfs een enkelband. De rechtbank rekent het hem zwaar aan dat hij tijdens de schorsing voor de brandstichting met dodelijke afloop, opnieuw een strafbaar feit pleegde.