Clicky


ACM moet nieuwe methodebesluiten voor tarieven gas en elektriciteit nemen

ACM moet nieuwe methodebesluiten voor tarieven gas en elektriciteit nemen
04-07-2023 12:05 | Financieel | auteur Redactie

DEN HAAG - Het CBb van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft vandaag uitspraak gedaan over de methodebesluiten voor de netbeheerders gas en elektriciteit voor de periode 2022 tot en met 2026. Aan de hand van de methodebesluiten worden de tarieven bepaald die de netbeheerders aan hun afnemers in rekening mogen brengen.

Het CBb vernietigt de methodebesluiten en geeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) de opdracht binnen zes maanden nieuwe methodebesluiten te nemen. Dit betekent niet dat de besluiten helemaal niet goed waren. Het CBb vindt dat de ACM een aantal aanpassingen moet doen, waaronder de volgende.

Energietransitie

Bij de regionale netbeheerders elektriciteit moet de ACM een aanpassing doen in de wijze waarop zij de productiviteit van de netbeheerders schat. De werkwijze van de ACM houdt onvoldoende rekening met de gevolgen van investeringen door die netbeheerders vanwege de energietransitie. Ook moet de ACM de begininkomsten 2021 aanpassen.

Europees benchmarkonderzoek

Bij de landelijke netbeheerders GTS en TenneT mag de ACM geen gebruik maken van een Europees benchmarkonderzoek om de zogenoemde statische efficiëntie te bepalen. Op grond van afspraken met buitenlandse landelijke netbeheerders en toezichthouders zijn de data die hebben geleid tot het benchmarkmodel en de methodologische keuzes, vernietigd. GTS, TenneT en het CBb kunnen daarom de juistheid van het benchmark niet goed controleren. Dat is een inperking van het recht op toegang tot de gegevens die voor de zaak relevant zijn. Het CBb vindt dat ontoelaatbaar. De ACM moet in de nieuwe besluiten de statische efficiëntie op 1 vaststellen.

“net op zee”

In het methodebesluit “net op zee" mag de ACM geen korting toepassen voor de projecten Borssele Alpha en Borssele Beta. Er zijn geen aanwijzingen dat de kosten voor de aanleg van deze netverbindingen ondoelmatig zijn geweest.

Risicovrije rente

Bij de vaststelling van het redelijk rendement moet de ACM in alle methodebesluiten een risicovrije rente hanteren van minstens 0,5%. De lage of zelfs negatieve rente uit de referentieperiode mocht de ACM niet zonder aanpassing gebruiken. Het Quantitative Easing beleid (opkoopprogramma van staatsobligaties) van de Europese Centrale Bank heeft geleid tot een ontwikkeling in de rente die niet zonder meer kan worden doorgetrokken naar de toekomst.

De ACM krijgt ook op veel punten gelijk van het CBb. Zo staan bepalingen in de Gaswet en de Elektriciteitswet er niet aan in de weg dat de ACM methodebesluiten heeft mogen vaststellen. Ook mag de ACM de methode voor GTS aanpassen vanwege het te verwachten afnemend gasverbruik. Die aanpassing houdt in dat kosten naar voren worden gehaald, onder meer door versneld afschrijven, en daardoor eerlijker worden verdeeld over de tijd.

Voor TenneT mag de ACM de methode aanpassen op een manier die TenneT meer financiële ruimte geeft om investeringen te doen voor de energietransitie. Voor de regionale netbeheerders elektriciteit mag de ACM in de methode een kwaliteitsfactor gebruiken die gebaseerd is op de waardering van stroomonderbrekingen in het elektriciteitsnet. Afgezien van het onderdeel risicovrije rente, heeft het CBb de beroepsgronden tegen de wijze waarop de ACM de WACC (Weighted Average Cost of Capital) heeft vastgesteld, verworpen.