Verdachte schietpartij Roosendaal en dodelijke rit blijft in cel
BREDA - De 19-jarige Piet van O. uit het Brabantse Drunen, die in januari na een schietpartij in Roosendaal als enige inzittende van een spookrijdende auto een dodelijke rit op de A16 overleefde, blijft in voorarrest. Dat heeft de rechtbank in Breda besloten.
Van O. wordt niet langer verdacht van een poging tot moord, maar van het medeplegen van een poging tot doodslag rond de schietpartij op 15 januari van dit jaar op de Burgerhoutsestraat in Roosendaal. Daarbij raakte een 19-jarige man gewond. Volgens het Openbaar Ministerie waren de mannen die dag van plan om onder bedreiging van geweld een partij wiet, geld of een auto te stelen. Daar zijn tal van aanwijzingen voor, zo maakte de officier van justitie duidelijk tijdens de tweede voorbereidende zitting.
Van O. en twee anderen vluchtten in hun eigen auto en werden achtervolgd door de politie. De politie besloot de achtervolging te staken toen de vluchtauto zonder verlichting omkeerde en ging spookrijden. Kort daarop volgde op de snelweg bij Prinsenbeek een fatale aanrijding met drie doden. De 33-jarige bestuurder uit Tilburg en een 17-jarige jongen uit Harreveld kwamen om, net als de 54-jarige Rotterdammer die was aangereden. Zijn bijrijdster en haar dochter uit Antwerpen raakten gewond.
Verdachte bij zitting
Van O. was dinsdagmiddag, lopend op krukken, voor het eerst aanwezig in de rechtbank. Hij lag enige tijd in coma en heeft nog fysieke en mentale klachten. "Het is een godswonder dat u levend uit de auto bent gekomen", concludeerde de rechtbankvoorzitter. Hij beaamde dat hij engeltjes op zijn schouder had zitten en noemde het "heel erg dat er een onschuldige man op de snelweg is overleden". Ook is hij verdrietig om het verlies van zijn vrienden.
Van O. ontkent dat de mannen een plan hadden om iemand van wiet of geld te bestelen of te beroven. Van O. ontkent eveneens de schutter te zijn geweest en beweert zélf te zijn beschoten. Kort nadat hij uit zijn coma was ontwaakt heeft hij aan de politie verklaard dat zijn groepje tijdens de aankoop van wiet werd bedreigd met een vuurwapen. "Mijn cliënt heeft juist geprobeerd het geweld te stoppen door het wapen naar beneden te duwen", aldus zijn raadsvrouw.
Volgende zitting
De volgende zitting is 27 oktober. Dat wordt opnieuw een inleidende zitting.