Clicky


Beroepen afgewezen van acht Afghanen die naar Nederland willen komen

Beroepen afgewezen van acht Afghanen die naar Nederland willen komen
23-08-2023 12:30 | Politiek & Verkiezingen | auteur Redactie

DEN HAAG - Acht Afghanen die betrokken waren bij de Nederlandse missie in Uruzgan hoeven niet overgebracht te worden naar Nederland. Dat volgt uit uitspraken van de rechtbank Den Haag. De acht vonden dat de Nederlandse overheid hen bescherming moest bieden en moest overbrengen naar Nederland. De rechter oordeelt nu dat de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie die verzoeken mocht afwijzen.

Bewakers

De acht hebben ruim een half jaar geleden de minister van Buitenlandse Zaken verzocht om hen en hun gezinsleden over te brengen van Afghanistan naar Nederland. Zes van de acht werkten als bewaker van Afghan Security Guard voor de Nederlandse militaire missie die van 2006 tot 2010 in Uruzgan plaatsvond, een is de weduwe van een bewaker en de ander werkte als chauffeur. De verzoeken zijn afgewezen. 

Tegen die afwijzingen gingen ze in beroep, waarbij zij wezen op een Kamerbrief van 11 oktober 2021. In deze brief is beleid opgenomen voor twee groepen mensen die voor overbrenging naar Nederland in aanmerking komen op basis van ‘nu bij Defensie beschikbare data’. De minister van Buitenlandse Zaken stelt dat de acht Afghanen op 11 oktober 2021 nog geen verzoek om overbrenging naar Nederland hebben gedaan in de daarvoor bestemde e-mailboxen. De verzoeken waren daarom nog niet bij het ministerie bekend. De acht zijn het hier niet mee eens. Zij vinden dat zij in databestanden van Defensie zouden moeten voorkomen.

Drie van de acht verzochten ook de minister van Defensie om overbrenging. Zij hebben daarbij een beroep gedaan op de Tolkenregeling die gaat over een breed pakket aan mogelijke (regionale) maatregelen ter bescherming van personen die zich hebben ingezet voor Nederland.

Oordeel rechtbank

De rechtbank wijst de beroepen tegen de besluiten van de minister van Buitenlandse Zaken af. De rechtbank vindt net als  de minister dat de term ‘nu bij Defensie beschikbare data’ uit de Kamerbrief van 11 oktober 2021, gaat over de e-mailboxen die voor evacuatieverzoeken bestemd waren. De term gaat dus niet over mogelijke andere databestanden bij het ministerie van Defensie. De rechtbank vindt dat de minister zich terecht op het standpunt heeft mogen stellen dat ten tijde van de Kamerbrief de verzoeken om overbrenging van de acht Afghanen niet bekend was. Eerder had de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State al geoordeeld dat het gaat om beleid buiten de wet om en dat de mate van gevaar die de acht in Afghanistan zouden lopen niet kan worden betrokken bij de beoordeling van de verzoeken om overbrenging naar Nederland.

De rechtbank oordeelt in de zaken tegen de minister van Defensie waarin een beroep op de Tolkenregeling wordt gedaan, dat de bestuursrechter niet bevoegd is. Deze regeling betreft interne werkafspraken tussen de ministeries. De relatie tussen de bewakers en Defensie is arbeidsrechtelijk en dus privaatrechtelijk van aard. Dit betekent dat Defensie geen publieke taak uitoefent en geen besluit heeft genomen waartegen beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter. Een procedure bij de burgerlijke rechter is daarom aangewezen.