Clicky


Transport- en logistieksector ziet alleen nog groei in de luchtvaart en het OV

Transport- en logistieksector ziet alleen nog groei in de luchtvaart en het OV
15-09-2023 09:20 | Cijfers | auteur Redactie

AMSTERDAM - Na een sterke fase door extra vraag naar goederen hebben bedrijven in de transport- en logistieksector last van de naschokken van de pandemie. Nu consumenten hun normale uitgavenpatroon weer oppakken en leveranciers opgestapelde voorraden afbouwen, wordt de zwakkere onderliggende vervoersvraag extra voelbaar.

Tegenwind voor de internationale handel en minder vraag vanuit industrie zorgen voor krimp in de havens, de scheepvaart en het wegtransport. Door verdere terugkeer van passagiers in het OV en de luchtvaart, blijft een sectorbrede min naar verwachting nog uit in 2023. Niettemin is personeel voor bedrijven ook nu nog steeds een belangrijker knelpunt dan een gebrek aan vraag. Dit blijkt uit het nieuwe vooruitzicht transport en logistiek van ING Research.

Transport- en logistieksector groeit in personen, krimpt in goederen

De nasleep van de pandemie zorgt nog steeds voor grote verschillen in de Nederlandse transport- en logistieksector. De luchtvaart en het OV blijven na een grote stap vooruit in 2022 op weg naar herstel door terugkeer van reizigers en groeien in 2023 nog steeds met dubbele cijfers (11 procent en 15 procent).

Het goederentransport (ca. 75 procent van de sector) heeft naast de impact van een afremmende economie en haperende internationale handel last van minder uitgaven aan consumentengoederen en afbouw van overtollige voorraden bij opdrachtgevers. Hierdoor krimpen de logistieke dienstverlening en het wegtransport met 1 procent en 1,5 procent en zakt de scheepvaart (waaronder de binnenvaart) dit jaar het meest weg (5 procent).

Rico Luman, sectoreconoom Transport en Logistiek bij ING Research: “Op weg naar 2024 is enig herstel te verwachten, maar ook volgend jaar is er met de remmende werking van een hogere rente op investeringen en bestedingen waarschijnlijk nog geen sterk aantrekkende vervoersmarkt.”

Met veel meer reizigers heeft Schiphol de grens al in zicht

De luchtvaart zet in 2023 opnieuw een grote stap naar herstel. In juli en augustus vervoerden maatschappijen op Schiphol voor het eerst weer meer dan 6 miljoen reizigers per maand, wat in de richting van de zomer van 2019 gaat (6,8 miljoen). Als het huidige herstelniveau van het aantal vluchten (92 procent) constant blijft, dan wordt een niveau van 440.000 vluchten dit jaar al (nagenoeg) bereikt. 80 procent daarvan vindt binnen Europa plaats.

Het plan voor 'een nieuwe balans' van Schiphol noemt een grens van 452.500 vluchten, maar intussen is ook het besluit over opening van overloopluchthaven Lelystad opnieuw uitgesteld door de val van het kabinet. Hierdoor is de groei in vluchten voor 2024 waarschijnlijk beperkt tot een kleine 3 procent. Dit zal door het aflopende herstel uit de pandemie en de stagnerende economie niet onmiddellijk gaan knellen, maar het is wel een beperking. Economisch gezien is het daarbij van belang dat het luchtvrachtvervoer niet bekneld raakt, ook al is er door conjunctuurgevoeligheid nu sprake van een dip. Vrachtvluchten maakten in de eerste helft van 2023 3,8 procent uit van het totaal, maar leveren in toegevoegde waarde een veelvoud daarvan op.

OV-herstelt in 2023 geleidelijk verder ondanks structureel meer thuiswerken

In het openbaar vervoer is het reizigersverkeer na de zomervakantie hersteld tot net boven de 90 procent van het pre-coronaniveau, al zijn de reizigerspatronen net als op de weg wel blijvend anders. Scholieren en studenten zijn terug, maar zakelijke reizigers forenzen minder dan voor corona.

Tegelijkertijd reizen mensen in hun vrije tijd meer en is het in het weekend vaak al drukker dan voor de pandemie. Ook in 2024 is er nog verder herstel te verwachten, hoewel de prijzen naar verwachting relatief sterk omhooggaan en de service nog onder druk blijft staan. Naar verwachting zal het bus-, tram- en metroverkeer als eerste in de buurt van het pre-coronaniveau komen. Het spoor volgt, met een grotere impact van thuiswerken, later.

Sancties, voorraadafbouw en protectionistische wind merkbaar in de grote havens

Aan de goederenkant stond de overslag in de belangrijke havens van Rotterdam en Antwerpen in het eerste deel van dit jaar flink onder druk (-6 procent). Naast de terugval in containervervoer (vooral consumentenproducten) drukt de teleurstellende ontwikkeling van de internationale handel en minder vraag naar goederen vanuit grootste afzetmarkt Duitsland, de volumes in havens en de scheepvaart in de min. Zo lag het vervoer via de binnenvaart in de eerste zeven maanden van 2023 bijna 8 procent lager, terwijl laag water (en daarmee beperking van capaciteit) deze zomer grotendeels uitbleef.

Teleurstellend daarbij is dat het containervervoer - een beoogde groeimarkt als duurzamere oplossing - na 2022 opnieuw fors lagere volumes laat zien. Nadat de voorraden voldoende zijn afgebouwd, kan de vraag in het tweede helft van het jaar iets aantrekken, maar het fundament voor groei blijft nog zwak. Met magere vooruitzichten voor opdrachtgevers in industrie, bouw en detailhandel drukt dit ook de vrachtvolumes in de overwegend georiënteerde Nederlandse wegtransport terug.

Pakketvervoer en E-commerce hebben corona-rollercoaster achter de rug

In het kleinschaliger pakketvervoer volgde na de groeispurt van e-commerce tijdens de pandemie, in de loop van 2022 een logische correctie. Deze is inmiddels voorbij, wat ook blijkt uit recente cijfers van dominante speler PostNL die de pakketaantallen weer zag groeien. In de loop van dit jaar keert de e-logistiek weer terug naar de trendmatige groei al zal die waarschijnlijk wel lager liggen dan voor de pandemie. Ook warehouseactiviteiten in de e-logistiek zullen hiervan kunnen profiteren.

Personeel in transport blijft ook bij economische tegenwind uitermate schaars

Als gevolg van de afzwakkende markt in transport en logistiek heeft het personeelstekort in de sector de recente piek achter zich gelaten. Toch is het opvallend dat personeel nog altijd de belangrijkste belemmering blijft voor de bedrijfsvoering en dat is slechts ten dele toe te schrijven aan de vraag naar medewerkers vanuit de luchtvaart, de NS en het stads- en streekvervoer. 40 procent van de bedrijven kampt met een tekort en het is daarmee een aanzienlijk groter knelpunt dan een gebrek aan vraag of financiële beperkingen in een tijd van flink hogere rente.

Dit blijkt ook uit het aantal vacatures in transport en logistiek dat na een kortstondige dip in het tweede kwartaal van het jaar weer is opgelopen tot 46 voor elke 1.000 banen. Dit geeft aan dat het tekort ook bij aanhoudende economische zwakte in 2024 niet gaat verdwijnen. Zo is 35 procent van de vrachtwagenchauffeurs boven de 55 jaar wat zorgt voor forse uitstroom. Daarnaast willen jonge chauffeurs ook vaker thuis zijn dan de oudere generaties, wat het aantal gewerkte uren beperkt.

Ook zorgt het ziekteverzuim ook nog steeds voor meer gaten in de planning dan voorheen. Zo lag het cijfer in de transport- en logistieksector in het tweede kwartaal gemiddeld nog steeds 1 procent punt boven het 10-jaars gemiddelde, een groter verschil dan in andere sectoren. Voor elke 1.000 werknemers zijn er dus 10 extra nodig en dat merken bedrijven.