Advies: verlaag aantal omroepen NPO van negen naar zes
DEN HAAG - [update 16:15 uur] De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) moet uit maximaal zes omroepverenigingen bestaan. Dat is een van de adviezen van het Adviescollege Publieke Omroep, dat in opdracht van het kabinet de toekomst van de publieke omroep heeft onderzocht. Ook vindt het college onder leiding van oud-politicus Pieter van Geel (CDA) dat de overheid zich minder moet bemoeien met de publieke omroep. Zo staat in het rapport Eenheid in Veelzijdigheid dat maandag in Den Haag aan demissionair staatssecretaris Gunay Uslu (Media) is aangeboden.
Het aantal ledenomroepen moet volgens het college omlaag naar maximaal zes, waar dat er nu nog negen zijn. Deze omroepen zullen als 'dragende' omroepen opereren. De rest worden 'redactie-omroepen' die onder die dragende omroepen zullen vallen. Het huidige vereiste minimumaantal betalende leden per omroep (150.000) blijft gehandhaafd om versnippering van het bestel te voorkomen. Taakomroepen NOS en NTR, die geen betalende leden hebben maar ieder een eigen wettelijke opdracht hebben, worden in het rapport buiten beschouwing gelaten.
Omroepen moeten ook aan strengere voorwaarden voldoen. Ze moeten volgens het college worden beoordeeld op criteria als herkenbaarheid en toegevoegde waarde in de samenleving. Omroepen krijgen daarnaast wel meer verantwoordelijkheid als het aan het college ligt, onder meer door ze zelf meer regie te geven over hun budgetten.
Onafhankelijke autoriteit
Het college vindt dat beslissingen over het toe- en uittreden van de omroepen niet meer bij de staatssecretaris moeten liggen, maar bij een nog op te richten onafhankelijke autoriteit. Die zogenoemde Autoriteit Publieke Media (APM) krijgt alle taken die te maken hebben met het toezicht op de beoordeling van de publieke omroep. Volgens het college is de overheid te veel bezig met sturen, controleren en het operationele deel en moet de relatie met de NPO onafhankelijker.
Verder wil het college dat de publieke omroep breed blijft, want de NPO heeft een verbindende functie en moet voor "iedereen" zijn. Ook zou er structureel geïnvesteerd moeten worden in onlineactiviteiten.
Uslu spreekt van "interessante adviezen". "Ik ga in gesprek met de sector om te kijken wat we met de aanbevelingen uit het rapport kunnen doen", meldt ze. Haar opvolger zal later nog inhoudelijk reageren. Uslu vroeg het college vorig jaar onderzoek te doen naar de NPO. Later kwam er vanuit de Tweede Kamer ook de vraag om te kijken naar de toekomstbestendigheid van de NPO.