Overijssel zet elektrificatie spoor in gang, maar stelt wel eisen
ZWOLLE - De provincie Overijssel wil haast maken met de elektrificatie van de spoorlijn tussen Almelo en Hardenberg en trekt daarom 2,7 miljoen euro uit om de plannen te laten uitwerken door ProRail. Provinciale Staten ging woensdag akkoord met die financiering, maar verlangt wel dat het Rijk meebetaalt als de plannen ook daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat liet afgelopen zomer weten dat het voorlopig geen geld heeft om een bijdrage te leveren, hoewel het de verduurzamingsplannen voor het spoor wel steunt.
Tussen Almelo en Hardenberg rijden nu dieseltreinen, net als op twee andere spoorlijnen die door Overijssel lopen. De provincie wil die graag allemaal vervangen door op elektriciteit rijdende treinen. Overijssel richt zich in eerste instantie op Almelo-Hardenberg, aangezien het voor de andere lijnen (Zutphen-Oldenzaal en vanuit Enschede tot in Duitsland) ook andere overheden nodig heeft.
Het Overijsselse provinciebestuur wil niet wachten tot het Rijk geld vrijmaakt en financiert de zogeheten planuitwerking daarom zelf. "Als we nu niet beginnen, komen we achteraan in de rij te staan bij ProRail en lopen we jaren vertraging op", zei gedeputeerde Martijn Dadema (GroenLinks, mobiliteit). "Daarom willen we nu deze stap zetten met een voorfinanciering."
Provinciale Staten ging daarmee akkoord, maar stelt wel de voorwaarde dat de bovenleidingen er pas komen als het Rijk heeft toegezegd de 2,7 miljoen euro terug te betalen en ook 25 tot 50 procent van de uitvoeringskosten voor zijn rekening neemt. Naar schatting kost de elektrificatie van deze spoorlijn tussen de 40 en 65 miljoen euro.
"Het is heel gebruikelijk dat het Rijk bij zulke projecten aan co-financiering doet", aldus Dadema. "En deze percentages zijn historisch gezien ook heel logisch."
PVV, JA21 en Forum voor Democratie wilden dat de planuitwerking pas in gang wordt gezet als het Rijk financiële toezeggingen heeft gedaan, maar dat voorstel kreeg geen meerderheid. Volgens Dadema zou dat ook leiden tot ernstige vertraging.