Clicky


Hof wijst vordering shockschade van buurman nu wel toe

Hof wijst vordering shockschade van buurman nu wel toe
18-12-2023 16:55 | Financieel | auteur Redactie

ARNHEM - Op 3 augustus 2018 is in een ruzie een man doodgestoken. De verdachte in deze zaak heeft eerst geprobeerd het slachtoffer uit zijn huis te krijgen. Toen dat niet lukte heeft verdachte een mes gepakt waarmee hij het slachtoffer heeft gestoken. Het slachtoffer is daarna aan de verwonding overleden. Een buurman heeft het allemaal zien gebeuren en heeft nog geprobeerd te reanimeren maar dat hielp niet. 

De zaak is eerder in hoger beroep door het hof Arnhem-Leeuwarden behandeld. De verdachte is toen voor doodslag veroordeeld en kreeg een gevangenisstraf opgelegd van negen jaar. De nabestaanden van het slachtoffer hebben schadevergoeding ontvangen maar de buurman die getuige was niet. De buurman had een vordering ingediend voor vergoeding van shockschade.

De verdachte en de buurman zijn daarna naar de Hoge Raad gegaan. De Hoge Raad heeft het beroep van verdachte verworpen. De buurman had meer succes: de Hoge Raad heeft gezichtspunten gegeven en met die gezichtspunten moest het hof Arnhem-Leeuwarden opnieuw beoordelen of de buurman recht had op vergoeding van shockschade.

In het arrest van vandaag oordeelt het hof Arnhem-Leeuwarden opnieuw over de vordering van de buurman. Het hof vindt dat de buurman getuige is geweest van een zeer schokkende gebeurtenis die bij hem psychisch letsel heeft veroorzaakt. Weliswaar is het slachtoffer geen familielid of andere naaste maar het slachtoffer en de buurman kenden elkaar al een leven lang en stonden op goede voet met elkaar. Gezien dit alles vindt het hof dat de buurman shockschade heeft geleden. De buurman heeft daarvoor een bedrag van 5000 euro gevorderd en het hof wijst dat bedrag toe. 

Omdat het hof voor een deel opnieuw beslist en er inmiddels alweer wat tijd is verstreken, heeft het hof ook opnieuw naar de straf voor de verdachte gekeken. Het hof sluit zich aan bij de eerder opgelegde straf van negen jaar, maar vanwege de overschrijding van de redelijke termijn legt het hof uiteindelijk een straf op van achtenhalf jaar. Verder heeft het hof besloten dat de verdachte zo snel mogelijk naar de gevangenis moet. Het zou voor de samenleving niet te begrijpen zijn en ook niet aanvaard worden wanneer de verdachte die voor zo’n ernstig feit is veroordeeld niet onmiddellijk de gevangenis in moet. Dat zou tot maatschappelijke onrust kunnen leiden.