'Bek houden, anders trek ik je kop van je romp!'

In een onlangs gepubliceerde uitspraak* moest de Kantonrechter te Middelburg oordelen of de deze uitlating een ontslag op staande voet rechtvaardigde.

Wat speelde er?

Een werknemer van een groothandel in bouwmaterialen was bijna een jaar arbeidsongeschikt. De bedrijfsarts adviseerde mediation vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.

Tijdens de mediation merkte de commercieel directeur op dat de vrouw van de werknemer, die ook bij het gesprek aanwezig was, nogal boos was.

Hierop reageerde de werknemer furieus: “Bek houden, anders trek ik je kop van je romp!” Hierna eindigde het gesprek. De commercieel directeur vertrok. De werknemer was ondertussen in huilen uitgebarsten.

Twee dagen later volgde de brief van de werkgever met het ontslag op staande voet.

De werknemer liet het er niet bij zitten. Hij vorderde vernietiging van het ontslag en als dat niet zou worden toegewezen een billijke vergoeding van ruim € 120.000,-.

De beslissing van de rechter

De Kantonrechter wees het (primaire) verzoek toe en vernietigde het ontslag.

De overwegingen van de rechter

De rechter kwalificeerde de gewraakte bewoordingen als grensoverschrijdend en oordeelde dat het voorstelbaar was deze uitlating voor de directeur als bedreigend werd ervaren. Echter, vanwege de hierna te noemen omstandigheden van het incident, kwam de rechter tot het oordeel dat het ontslag op staande voet geen stand hield.

De werkgever heeft besloten de werknemer niet te horen, zodat het voor zijn rekening en risico komt dat naderhand aangevoerde omstandigheden ertoe kunnen leiden dat er geen dringende reden was ter rechtvaardiging van een ontslag op staande voet.

Uit brieven van de psycholoog en psychiater bleek dat de werknemer ADD had en herstellende was van een depressie. De rechter achtte het aannemelijk dat het voorgeschreven medicijngebruik (Dexamfetamine) had bijgedragen aan de uitbarsting.

De rechter woog eveneens mee dat er geen sprake was geweest van eerdere vergelijkbare incidenten, waarbij de werknemer was betrokken.

Hoe verder?

Na lezing van deze uitspraak dringt de vraag zich op hoe het verder is gegaan tussen partijen. Er zijn een aantal scenario’s denkbaar.

De werknemer was ten tijde van de uitspraak in november 2023 anderhalf jaar arbeidsongeschikt. Na twee jaar ziekte/arbeidsongeschiktheid, kan de werkgever een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV. Na verkrijging van de ontslagvergunning kan de arbeidsovereenkomst worden opgezegd.

Echter, in de praktijk zie ik vaak dat, wonder boven wonder, de werknemer herstelt zodra het einde van deze loondoorbetalingsperiode bij ziekte in zicht komt.

Herstelt de werknemer, dan zal hij weer aan de slag mogen bij zijn werkgever. Mogelijk dat er eerst constructief overleg zal moeten plaatsvinden, al dan niet in het bijzijn van een mediator, om tot een werkbare arbeidsrelatie te kunnen komen.

Als de arbeidsverhouding nog steeds ernstig verstoord is, dan zou de werkgever een poging kunnen wagen om de arbeidsovereenkomst te laten ontbinden door de rechter.

Een andere weg die de werkgever kan inslaan is het aanbieden van een vaststellingsovereenkomst. De werkgever zal dan flink in de buidel moeten tasten, om de beëindigingsvergoeding te betalen, die de werknemer verlangt.

Lessen voor de toekomst

Het geven van een ontslag op staande voet is zeer risicovol. De juridische lat ligt erg hoog.

Ook in deze zaak zal de werkgever vooraf ongetwijfeld gedacht hebben dat het doen van een ernstige bedreiging onaanvaardbaar is en een geldige dringende reden voor onverwijld ontslag oplevert. De werkgever komt echter van een koude kermis thuis.

Stel de werknemer voorafgaand aan een voorgenomen ontslag op staande voet in de gelegenheid om zijn standpunt kenbaar te maken, zodat daarmee rekening kan worden gehouden bij de afweging om al dan niet over te gaan tot ontslagaanzegging.

Mr. Otto Lenselink

Lenselink Advocatuur
Speelhuislaan 158
4815 CJ Breda
Tel: 06 47892281

Email: otto@lenselinkadvocatuur.nl
Web: www.lenselinkadvocatuur.nl

* Rechtbank Zeeland-West-Brabant,sector kanton, locatie Middelburg, vindplaats ECLI:RBZBW:2023:8130