Vijlbrief: mogelijk meer speelruimte ACM bij aanpak benzinemarkt

DEN HAAG - Het demissionaire kabinet overweegt concurrentiewaakhond ACM meer bevoegdheden te geven om op te treden tegen de marktmacht van pomphouders. Dat zegt staatssecretaris Hans Vijlbrief (Economische Zaken) tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer.

Onderzoek van econoom Stef de Jong, zelf werkzaam bij de ACM, toonde eerder deze week aan dat de prijzen aan de pomp veel sneller stijgingen op de mondiale oliemarkt volgen dan dalingen. Pomphouders profiteren zo van schommelingen op de oliemarkt, terwijl automobilisten de dupe zijn.

Als dit beeld klopt, dan is dat "ongewenst" vindt ook Vijlbrief. En hij vindt het ook "een taak van de overheid om te zorgen dat daar een einde aan komt. De staatssecretaris was naar het vragenuur geroepen door Kamerlid Joris Thijssen van GroenLinks-PvdA, die van hem wilde weten hoe hij dergelijke overwinsten van oliebedrijven gaat aanpakken.

De ACM kan nu pas optreden als bedrijven aantoonbaar prijsafspraken maken. Dat is op de markt voor benzine niet het geval. Wel is er mogelijk sprake van "onbewuste collusie", zegt Vijlbrief. Ook De Jong spreekt in zijn onderzoeksrapport van "een soort stilzwijgende overeenstemming" tussen aanbieders waardoor de prijzen langer hoog blijven.

Het ministerie denkt er volgens Vijlbrief al langer over na om de ACM meer "tanden te geven" om deze gang van zaken aan te pakken. Hij kijkt daarbij onder meer naar Duitsland, waar de marktoezichthouder al de mogelijkheid heeft om "winsten af te romen".

Vijlbrief zei desgevraagd niet te kunnen uitsluiten dat brandstofleveranciers ook een deel van de accijnsverlaging, die op aandringen van de Tweede Kamer met een jaar is verlengd, in hun zak houden. "Aangezien ze stukjes pakken van prijsverlagingen, zou het zomaar kunnen dat ze dat hier ook doen."