Clicky


Vrouw uit Groesbeek schuldig aan brandstichting in zorginstelling

Vrouw uit Groesbeek schuldig aan brandstichting in zorginstelling
13-02-2024 17:45 | Binnenland | auteur Redactie

ARNHEM - De rechtbank veroordeelt een 20-jarige vrouw uit Groesbeek voor brandstichting in haar kamer bij Pluryn tot een gevangenisstraf van 364 dagen. Op dat moment van de brandstichting bevonden zich veel personen in het gebouw. Uiteindelijk is 1 iemand ter observatie naar het ziekenhuis overgebracht. Naast de celstraf legt de rechtbank een voorwaardelijke PIJ-maatregel op aan de vrouw. Hieraan zijn bijzondere voorwaarden verbonden.

De vrouw stak op 21 november 2022 haar knuffelbeer in brand met een aansteker. Vervolgens vatte de bank in haar kamer vlam. Vrijwel de hele kamer raakte aangetast door rookontwikkeling. Zo zijn naast de bank ook een bed, kasten en keukenblok aangetast door vuur of rook. De vrouw bekende de brandstichting meteen bij de politie. Tijdens de brand waren er veel personen in het gebouw en werd er zelfs één persoon ter observatie naar het ziekenhuis overgebracht.  

Verminderd toerekeningsvatbaar en toepassing jeugdstrafrecht

De psycholoog concludeerde na onderzoek dat de vrouw verminderd toerekeningsvatbaar is. De rechtbank kan zich vinden in dit advies en houdt hiermee rekening bij de strafbepaling. Daarnaast adviseerde een psychiater om het jeugdstrafrecht toe te passen. Daarbij keek de psychiater naar haar ontwikkelingsachterstand, emotioneel jonge leeftijd, haar wil om zich te ontwikkelen en grotere mogelijkheden daartoe binnen het jeugdkader. De psycholoog en de psychiater adviseerden beiden een voorwaardelijke PIJ-maatregel.

Voorwaardelijke PIJ-maatregel niet haalbaar volgens reclassering

De reclassering adviseerde om een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel (ook wel bekend als jeugd-tbs) op te leggen aan de vrouw. Volgens de reclassering is het noodzakelijk dat er geïnvesteerd zal worden in een langdurig klinisch traject. Volgens de reclassering is een voorwaardelijke PIJ-maatregel niet haalbaar door de duur hiervan in combinatie met de lange wachtlijst voor behandeling in een passende kliniek. 

Verantwoord terugkeren in maatschappij

De rechtbank rekent het de vrouw aan dat zij door de brandstichting onaanvaardbaar grote risico's voor anderen (en zichzelf) in het leven riep. Door brand te stichten ontstond er levensgevaar voor haar en haar medebewoners. Tegelijkertijd ontwikkelde de vrouw zich in detentie in zeer korte tijd. Ze gaf daarbij aan zeer gemotiveerd te zijn om met de behandelingen aan de slag te gaan. Voordat de rechtbank tot dit vonnis is gekomen, vond een lang traject plaats. Voor haar beslissing vindt de rechtbank het belangrijk dat de vrouw op de meest geschikte plek wordt behandeld, terwijl ze de minst vergaande maatregel om haar verantwoord te laten terugkeren in de samenleving oplegt. Op die manier is volgens de rechtbank de kans van slagen het grootst.

De rechtbank oordeelt verder dat de vrouw zich dusdanig ontwikkelt dat zij - kijkend naar de adviezen van de psycholoog en psychiater - de vrouw de kans wil bieden in het kader van een voorwaardelijke PIJ-maatregel. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de daarbij passende periode van twee jaar voldoende zal zijn om de vrouw verantwoord te laten terugkeren in de maatschappij. Dit, in tegenstelling tot het standpunt van de officier van justitie, die namelijk een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel eiste.

De vrouw verblijft sinds december in het kader van een schorsing in een behandelkliniek voor jongeren, nadat onverwacht snel een plek voor haar beschikbaar kwam. Op die plek zal zij haar behandeling voortzetten.

Langere celstraf doorkruist behandeling

De rechtbank legt naast de voorwaardelijke PIJ-maatregel een gevangenisstraf van 364 dagen op aan de vrouw. Omdat ze deze straf al uitzat in voorarrest, hoeft de vrouw niet meer terug de gevangenis in. De rechtbank vindt het belangrijk dat de vrouw de ingezette behandeling kan voortzetten. Een langere celstraf doorkruist dit proces. 

Bijzondere voorwaarden

Voor de voorwaardelijke PIJ-maatregel geldt een proeftijd van twee jaar en hieraan koppelt de rechtbank de geadviseerde bijzondere voorwaarden. Zo geldt een meldplicht, een opname in een zorginstelling, een ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke omvang, dagbesteding en openheid geven over haar sociale netwerk.