Clicky


97. De rood-witte slagboom

97. De rood-witte slagboom
02-09-2013 09:50 | Columns | auteur De Redactie

"Dinnnggg...Dennngg.....Donnngggg!!! Dames en heren; de goederentrein geladen met methanol, naar Geleen, en zonder tussenstops in Utrecht en Eindhoven, staat op spoorrr... één en heeft vijftien minuten vertraging. Dinnnggg...Dennngg.....Donnngggg!!!"

Dit bericht hoor ik niet via een speaker. Ik denk het alleen maar. Hier op het terrein van Vopak, in de Botlek, doet men niet aan het omroepen van wachttijden. Men werkt hier weliswaar met slottijden, maar een elders op het terrein staand methanoltreinbeladingssysteem heeft de geest gegeven, en daarom moeten de wagons op 'mijn' laadstation geladen worden.

Hoewel Vopak al het mogelijke doet om de maxi-Märklin op tijd vol te krijgen, loop ik er zo af en toe tegenaan. Niet de trein, maar het (onver-) wachten. Een beetje jammer, maar ook niet meer dan dat. De ritten en de bijbehorende laad- en lostijden zijn ruim opgezet, en de koffie alhier is goed. Na het laden zijn de papieren per direct klaar, en kan de reis worden aangevangen. Eerst nog even de poort uit. De rood-witte slagboom gaat zonder problemen open en ik ben op weg naar Bergen op Zoom, waar men vol smart op mij(n lading) zit te wachten. Na amper tien minuten rijden sta ik echter al weer stil. Voor de geopende brug.

De Botlekbrug.

De... Bot... lek... brug.

In de A15 ligt een prachtig mooie tunnel, een waar kunstwerk (zo wordt een tunnel maar ook een viaduct officieel genoemd), in dit geval met de naam Botlektunnel. Helaas mag ik daar met mijn truck niet doorheen rijden, omdat ik ruim dertigduizend liter methanol in de oplegger meesleep, en dit product mag niet door deze tunnel. Oranje borden op de auto met de cijfers 336 en 1230, en op de vrachtbrief de tekst ‘UN 1230: Methanol, 3,(6.1), II, (D/E)’ zijn voor mij reden om de onderwaterverbinding te mijden en mij te melden bij de brugwachter.

"Hè?" hoor ik u denken, "Melden bij de brugwachter? Waar slaat dát nou weer op?" Het slaat inderdaad helemaal nergens op, maar het LIJKT er wel op. Zodra ben ik in het zicht van de Botlekbrugbestuurder of hij zet per direct het systeem in werking: waarschuwingslampen aan, rrrrinkelende bel, en heel verstandig, de rood-wit gestreepte slagbomen gaan dicht. Vervolgens drukt Baas Brug op de knop ‘Omhoog’ en het beweegbare deel van deze hefbrug gaat statig horizontaal liggend naar boven, mij en een heleboel andere weggebruikers met een pesthumeur staand latend voor een immens groot gat in het wegdek. Vervolgens begint dan Het Lange Wachten.

Ik heb u al eens het verschil tussen Wachten en Wachten uitgelegd. Het ene Wachten is wat u snapt, omdat u de reden ervoor ziet en met een te voorziene eindtijd; het andere Wachten is waar u zich aan ergert omdat u niet precies weet  waar u op wacht en vooral hoelang.

Wachten voor de Botlekbrug is een combinatie van beiden: U weet dat er een schip aankomt, u ziet dat de brug openstaat, maar u weet niet voor hoelang want dat vermaledijde schip is in geen velden of waterwegen te zien. Ergens ver weg dobbert een roeiboot, maar dáárvoor doet de Bruggenier de brug toch niet open en de slagboom dicht, wel in omgekeerde volgorde graag?

Helaas, echt wel, want wat door de afstand op een roeibootje lijkt, blijkt na bijna een kwartier gegroeid te zijn tot een schip van megaformaat dat zich uiterst traag voortbeweegt. En als deze mastodont dan eindelijk de brug gepasseerd is, komt van de andere kant een werkelijk piepklein notendopje aangespoeld, die op zich zo onder de brug had door gekund, ware het niet dat er een mast van zesentachtig meter lengte/hoogte op staat.

Vervolgens komt, voor de kijkers boven, heel onverwacht nog een platbodem de rivierhoek omzetten, en omdat de schipper maar ook Joris Klepz.. bediener niet wil dat het een platterbodem wordt, blijft het brugdek nog eventjes daar waar het is: hoog in de lucht. Pas als de laatste badeend voor bij is gevaren, drukt de Rijkswaterstaatkundige op de knop ‘Helaas naar beneden’ en eindelijk, éíndelijk begint het wegdek aan de reis terug. Niet te snel natuurlijk; de landing mag geen stuiterpartij worden.

Zodra de rood-witte slagbomen weer open zijn gaat iedereen er als een haas vandoor. Ruim twintig minuten tijdverlies heeft dit opgeleverd. Ik kan beter zeggen: twintig minuten levensvreugd heb ík ingeleverd. En was dat nou maar een keer per deze dag; neen, die zelfde dag maar dan ’s avonds moet ik op de terugweg weer over deze brug , en volgens mij zit dezelfde brugwachter aan de knoppen, want ‘…zodra ben ik in het zicht…’. De rest kunt u wel raden.

En door die laatste brugopening van 20 minuten kwam ik 15 minuten boven de maximaal toegestane werktijd uit. Stel dat ik een dag later word aangehouden voor een controle op rij- en rusttijden: kan ik de brugwachter dan opvoeren als getuige of excuus? Het zal wel niet.

En wie is er hier de brugwachter: de persoon die de brug bedient of de persoon die voor de rood-witte slagboom staat?

Marcel Heinsbroek