Clicky


100. Column nummer 100!

100. Column nummer 100!
15-10-2013 10:07 | Columns | auteur De Redactie

Nee maar; alweer de honderdste column! Wie had dat kunnen denken. Geweldig, al zeg ik het zelf. Tsongejongejonge...

Zo, daarmee is dit heug’lijke feit genoeg gevierd en kunnen we weer overgaan tot het amusement!

Wat is het toch eigenlijk saai op de weg. Niet dat er niet genoeg gebeurt of gebeurd is, zie de vorige 99 columns, maar het wagenpark op 's dames en 's heeren wegen, om maar eens politiek correct te zijn, is qua beschildering niet bepaald inspirerend.

Niet dat het vroeger veel beter was. Meer dan 30 jaar geleden was het nog fantasieloser dan nu. Een transportondernemer kocht een vrachtwagen met een cabine in de kleur ziekblauw, vaalrood of vroegoudgrijs, er werd een vuilwitte laadbak op het chassis geschroefd, en die bak werd rondom voorzien van een bies in dezelfde ongeneeslijke kleur als die de cabine (ont-) sierde. Naam van de fiere eigenaar op de portieren en voilà: het spul kon de straat op.

Echte durfals zetten hun naam in schuine letters op de deuren. Wie echt wilde opvallen liet de bedrijfsnaam op de laadruimte zetten, en het was in die jaren gebruikelijk om dan schrijfletters te gebruiken, en schrijfletters, dit even voor de jonkies onder ons, zijn letters die met de hand geschreven zijn! Met een ganzenveer, pen of potlood op papier, of met een kwast  op een reclamebord of vrachtauto (op de foto de aanhangwagen) geschilderd.

Transporteur Salters had de reclame voor op de auto laten ontwerpen door een banketbakker en dat leverde een prachtige chocoladeletterachtige 'S' op.

Dat aanbrengen van die logo's en letters was letterlijk en figuurlijk een klus van formaat, want alles diende nog met lineaal, hand en een oog voor detail te worden uitgemeten en aangebracht. Niks geen computers; dat kwam vele jaren later pas, volgens mij tegelijkertijd met de opkomst van de megastickers. De combinatie computer/sticker had als groot voordeel dat men op een beeldscherm alles kon tekenen, en als het fout was gewoon weer opnieuw kon beginnen, zonder dat er al een hand aan de auto gezeten had.

Toen de transportwereld en de autodecorateurs eindelijk doorhadden hoe een en ander werkte gingen alle partijen helemaal loos. Afbeeldingen ter grootte van de complete auto werden gemeengoed, soms goed gelukt maar ook vaak er heel erg naast. Drie dansende en lachende  biggetjes op de auto van een slachtvleesvervoerder: dat lachen was die megabiggetjes eerder al vergaan, neem ik zo aan.

En toen vond iemand de kreet 'Less is more' uit, bleven de stickers maar verdwenen de supergrote afbeeldingen. Zo af en toe komt er nog wel een voorbij, maar het wordt minder. Wat wel een grote vlucht heeft genomen is de Special Paint: het weer ouderwets met de hand beschilderen van met name trekkers van, meestal, eigen rijders die zich daarmee willen onderscheiden van de rest van truckrijdend Nederland en België. Het zijn vaak ware kunstwerken, waarin we de fantasie van de autoeigenaar en het vakmanschap van de schilder in herkennen. Al vind ik het zo af en toe wel een beetje té wild, maar ieder zijn meug.

Toch is er één idee, één voorstelling die ik nog nooit gezien heb, en die ik graag op mijn eigen wagen zou laten aanbrengen. Helaas; ik ben geen eigen rijder en ik heb dus ook geen eigen wagen. Er zal dus iemand moeten opstaan die dit ideetje van mij adopteert, wat vriendelijker klinkt dan: jat, het laat aanbrengen op zijn of haar truck en er ook nog mee rond durft te rijden.

Eigenlijk zijn het meerdere ideeën, maar deze is al apart zat. Daarbij kan ik ook niet goed tekenen, dus één slechte krabbel vindt u waarschijnlijk meer dan genoeg. Let op: het idee. Henk Wijngaard zong ooit: “…ik heb een truck als mijn woning…”, en ja, hoe simpel kan het wezen, u voelt ‘m al aankomen:

Ik ben gek op oude boerderijen, hier met een pannendak, maar met een rieten kap vind ik ze nog mooier. Rood/wit/groene luiken voor de zijramen, rood/wit geblokte gordijntjes: ik zie het helemaal voor me. Trefwoorden behorende bij de plannen voor de rest van mijn wagenpark zijn:

  • een doorkijkje (alsof u van buiten zo de binnenkant van de cabine ziet)
  • de straaljager  (helm op het dashboard)
  • een Middeleeuws Engels kasteel
  • Starship Enterprise NCC-1701-Z
  • Efteling architectuur, en als laatste
  • “..rood met witte stippen..” (…)

Leef u uit.

Marcel Heinsbroek 

Noot van de redactie: Wilt u Marcel Heinsbroek feliciteren met zijn 100ste column op Transport Online? Stuurt u dan uw berichtje naar: redactie@transport-online.nl