Clicky


Raad van State: toch schadevergoeding voor transportbedrijven na sluiting Hollandse Brug

Raad van State: toch schadevergoeding voor transportbedrijven na sluiting Hollandse Brug
06-06-2013 14:07 | Transport | auteur de redactie
ZOETERMEER - Gisteren, woensdag 5 juni, heeft de Raad van State in Hoger Beroep besloten dat vervoerders die schade hebben geleden als gevolg van de langdurige afsluiting van de 'Hollandse Brug' in 2007-2008, alsnog recht hebben op een schadevergoeding.

Twee transportbedrijven, uit Almere en Aalsmeer, waren in Hoger Beroep gegaan nadat een schadevergoeding eerder in 2010, 2011 en 2012 werd afgewezen. Het transportbedrijf uit Aalsmeer werd vertegenwoordigd door werkgeversorganisatie Transport en Logistiek Nederland(TLN).

TLN zegt bijzonder blij te zijn dat na bijna zes jaar procederen, de RvS eindelijk duidelijkheid heeft gegeven en vervoerders toch recht hebben op financiële compensatie.

De Hollandse Brug is op 27 april 2007 voor vrachtverkeer in beide richtingen afgesloten. Op 14 april 2008 is een rijstrook open gesteld voor vrachtverkeer in de richting van Almere naar Amsterdam. Op 7 juli 2008 is een rijstrook opengesteld voor het verkeer in de andere richting. In juli, augustus en september 2008 is de brug nog zeven werkdagen volledig afgesloten geweest wegens afrondende werkzaamheden.

Het transportbedrijf uit Almere, Almere Distributie en Opslag BV, verzorgt voor diverse opdrachtgevers transporten door heel Nederland, maar vooral naar Noord-Holland. Haar totale wagenpark bestaat uit 21 vrachtwagens. Zij stelt schade in de vorm van omrijdkosten te hebben geleden door de afsluiting van de Hollandse Brug. Gemiddeld rijdt het bedrijf ruim 25 ritten per week en zag zich tijdens de afsluiting genoodzaakt per rit twee keer 30 km om te rijden.

Het transportbedrijf uit Aalsmeer transporteert bloemen en planten van kwekers in Almere naar veilingen in Aalsmeer, Rijnsburg en Naaldwijk/Bleiswijk. Haar totale wagenpark bestaat uit 51 vrachtwagens. Ongeveer een kwart van de omzet komt van kwekers uit Almere. Zij stelt schade in de vorm van omrijdkosten te hebben geleden door de afsluiting van de Hollandse Brug. Het transportbedrijf rijdt twaalf keer per dag op en neer naar Almere. Tijdens de afsluiting zagen zij zich genoodzaakt 44 km per rit om te rijden.

Het ministerie van IenM heeft vrijwel alle verzoeken om schadevergoeding (nadeelcompensatie) afgewezen. Zij beriep zich hierbij op de wet die stelt dat alle geleden schade, kleiner dan 15% van de jaaromzet van een ondernemer, niet wordt vergoed. Deze schade geldt als ondernemersrisico. Deze benadering staat bekend als de 'drempelmethode'.

Oordeel RvS
De Raad van State heeft nu geoordeeld dat de duur van de afsluiting niet meer binnen het ondernemersrisico valt. Daarvoor is die periode simpelweg té lang. Wel stelt de Raad van State dat dit niet betekent dat alle geleden schade nu voor vergoeding in aanmerking komt. Van een transportondernemer mag namelijk worden verwacht dat deze rekening houdt met wegafsluitingen. Een bepaalde aftrek in verband met ondernemersrisico is dan redelijk. Deze benadering staat bekend als de 'kortingsmethode' en is vele malen gunstiger voor ondernemers.

De Raad van State verplicht de minister nu om een percentage voor het eigen ondernemersrisico vast te stellen welke in verhouding staat tot de duur van de afsluiting in vergelijk met waar een ondernemer van tijd tot tijd rekening mee moet houden.

De minister krijgt, volgens een woordvoerder van de Raad van State, 12 weken de tijd om met een schadebedrag te komen. Deze schadevergoeding zal aan de ondernemers, die het Hoger Beroep hebben aangespannen, worden voorgelegd. Indien zij niet akkoord zijn met dit schadebedrag kunnen zijn nog in beroep. Indien zij akkoord gaan zal de Raad van State een definitieve uitspraak doen.

Auteur: E. van der Wal-de Vries