Clicky


Vick Versteijnen: Ik kon wel janken

Vick Versteijnen: Ik kon wel janken
15-01-2016 13:32 | Etappes | auteur Redactie [AM]

SAN JUAN - Zo’n 20 kilometer voor de finish van de elfde etappe werd het Vick Versteijnen even te veel. Na een helse dag in de duinen van Fiambalá begon het eindelijk weer ergens op te lijken. En net op dat moment begon er van alles te sissen en te spuiten in de TopTrucks-cabine. Koppeling van het stuurhuis kapot. “De vermoeidheid, de warmte en dan dit. Ik kon wel janken.”
 
In het bloedhete bivak van San Juan, na afloop van de elfde etappe, was de accu van Vick Versteijnen leeg. Zijn tanden poetsen was de uiterste inspanning. “We kwamen hier binnen rijden en ik zei tegen de monteurs: ‘Zet ‘m maar bij het oud ijzer’. Het truckje heeft het zo zwaar gehad. Net zo versleten als het baasje. De spoorstang stuk, de rolbeugel achter dwars doormidden, het stuurhuis kapot. De monteurs zien het wel weer licht worden, ben ik bang.”

Nog twee dagen moet de paarse truck zijn best doen, maar na de afgelopen paar dagen valt dat niet mee. Tussen etappe 10 en 11 waren er maar een paar uur om iets aan de auto te doen. Om half drie ’s nachts had Versteijnen ‘m in het bivak geparkeerd, om een uur of zeven reed hij ‘m er weer uit. Het was zo laat geworden omdat Versteijnen en zijn mannen in de duinen van Fiambalá een heleboel mensen hadden geholpen. “Je kunt ze niet zomaar laten staan,” vond Versteijnen. “Het geeft een goed gevoel, maar het heeft veel plaatsen in het klassement gekost. Dat vind ik wel jammer.” Op zich valt het nog wel mee met die schade. Na elf etappes staat het TopTrucks-team op de 23ste plaats.

Tegen zijn verwachtingen in en ondanks de pech van de kapotte stuurhuiskoppeling reed Versteijnen een heel aardige etappe. “Ik moest wel even op gang komen,” vertelt hij. “Het was snoeiheet. Ik denk dat het wel 60 graden was in het hok. We hebben twee van die kleine waaiertjes staan, maar de lucht die uit de föhn bij de kapper komt is koeler. We hebben ze maar uitgezet, want het was alleen maar vervelend, die warme lucht in mijn gezicht.”

Halverwege de ruim 400 kilometer was Versteijnen wel weer wakker geschud dankzij de kilometers lange knippenpaden. Toen besloot hij er ook nog maar even goed voor te gaan zitten. “Het ging hartstikke goed, maar toen ging 20 kilometer voor de finish het stuurhuis kapot. We hadden een koppeling bij ons, maar dan sta je toch 20 minuten te knutselen in de hitte. Toen was ik er even helemaal klaar mee. Ik kon wel janken. Dat we dan nog 21ste zijn geworden in de etappe valt niks tegen.”