'Geen bewijs voor lek uit Commissie Stiekem'

DEN HAAG - Er is geen bewijs gevonden dat een fractievoorzitter uit de Tweede Kamer opzettelijk heeft gelekt uit de zogeheten Commissie Stiekem, officieel de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD). Een speciale commissie die in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek deed naar deze kwestie concludeert dat woensdag.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aangetroffen waaruit een redelijk vermoeden van schuld zou blijken van één of meer personen. Voldoende redenen voor vervolging ontbreken, aldus het onderzoeksteam dat zijn bevindingen presenteerde in een advies aan de hele Kamer.

De leden klagen ook dat hun onderzoek moeilijk was. Ze betreuren "dat het niet mogelijk is gebleken om de waarheid achter de schending van de geheimhouding'' te achterhalen.

In de commissie Stiekem worden de fractievoorzitters bijgepraat over de werkzaamheden van deze diensten. De gelekte informatie ging over minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken. Door het lek werd duidelijk dat hij de CIVD nieuwe info had verstrekt over een afluisterschandaal, maar niet de hele Kamer. In 2014 werd hierover gelekt naar een krant en CIVD-voorzitter Halbe Zijlstra deed aangifte

Het team vindt dat zijn onderzoek is bemoeilijkt omdat het OM zijn onderzoek niet mocht afmaken en het twintig maanden duurde voordat de zaak aan de Kamer werd overgedragen. De parlementariërs liepen ook aan tegen achterhaalde, onduidelijke en soms tegenstrijdige wetten.

De Kamerleden hadden maar kort de tijd voor hun eigen onderzoek. Gesprekken met betrokkenen leidden niet tot bekentenissen of belastende verklaringen. "Berichten in de media laten zien dat wel sprake is van het schenden van de geheimhouding, maar de commissie is er niet in geslaagd te achterhalen hoe en door wie dat is gebeurd.’’