Vier jaar cel geëist tegen terreurverdachte

SCHIPHOL - Tegen terreurverdachte Mohamed B. (28) is in hoger beroep vier jaar cel geëist. Hij heeft volgens het Openbaar Ministerie voorbereidingen getroffen voor het plegen van een aanslag op de Amerikaanse ambassade in Den Haag. Ook beschuldigt de aanklager de man uit Amsterdam ervan dat hij zich had willen aansluiten bij de terreurorganisatie IS.

B. profileerde zich via Facebook als een aanhanger van IS. Hij zei in vele chatgesprekken dat hij naar Syrië of Irak wilde vertrekken. Ook heeft B. tijdens chatgesprekken vragen gesteld over hoe een bom wordt gemaakt en gezegd dat hij explosieven wilde maken om de Amerikaanse ambassade op te blazen, aldus het OM.

Verder had de terreurverdachte thuis een schrift waarin hij onder meer een handleiding voor het maken van een bom had opgeschreven. Zo'n bom was om bijvoorbeeld "tegen een auto van de afvallige politie of het tirannieke leger te gooien'', meldde de aanklager. Tevens stond in het schrift een brief aan de Nederlandse regering en aan het Nederlandse volk waarin B. onder meer schreef dat hun dagen zwart zullen zijn als ze meedoen aan de "duivelse coalitie'' tegen IS.

De rechtbank sprak B. eerder vrij, omdat hij in de ogen van de rechters een fantast is en uit stoerdoenerij zijn uitlatingen had gedaan. De rechtbank leunde daarbij op de uitgebrachte gedragskundige rapportage. Daarin stond dat de verdachte grootheidswanen heeft en vanuit die ideeën gaat doen alsof hij iemand anders is.

Het OM was het hier niet mee eens en stelde hoger beroep in. "De enorme stortvloed aan en strekking van de chatberichten van B. laten geen misverstand bestaan over zijn bedoelingen.''