NS en bonden bereiken cao-akkoord
UTRECHT - Na 25 uur onderhandelen zijn de Nederlandse Spoorwegen en de vakbonden het vrijdag eens geworden over een nieuwe cao. Het akkoord voorziet in een loonstijging van 5,8 procent over dertig maanden, van 1 oktober 2017 tot 1 april 2020. Ook gaat de onregelmatigheidstoeslag met 9,8 procent omhoog.
Voor NS'ers die vijf jaar voor de AOW-leeftijd zitten, is er een 'generatiepact' afgesproken: zij kunnen 28 uur (78 procent) gaan werken tegen 89 procent van hun salaris en 100 procent pensioenopbouw. De cao geldt voor 16.000 spoormedewerkers.
Afgesproken is ook dat iedere werknemer gedurende de looptijd van de cao een persoonlijk budget van 250 euro per jaar krijgt voor ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid.
De FNV-woordvoerder spreekt van goede afspraken. De bond legt ze zo snel mogelijk voor aan de achterban. De VVMC Vakbond voor Rijdend Personeel noemt het resultaat mager, "maar meer viel er niet uit te slepen". Het CNV rept van "een cao met plussen en minnen, met perspectief voor werknemers om op een gezonde manier bij NS aan het werk te blijven”.
De NS is tevreden over het bereikte resultaat. "NS vindt het belangrijk dat haar medewerkers het beste uit zichzelf kunnen halen, op een gezonde en gemotiveerde manier kunnen werken en daarna van hun pensioen kunnen genieten. Daarom hebben we hierover in de cao ook goede afspraken gemaakt met de vakbonden, zegt directeur personeelszaken Yolanda Verdonk.