Kanttekeningen geplaatst bij introductie stint
DEN HAAG - Twee instanties die over verkeersveiligheid gaan hebben in het verleden kanttekeningen geplaatst bij de zogeheten stint. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) laat weten dat de toelatingsprocedure voor de elektrische bolderkar tegen het licht wordt gehouden. Maar ze ziet geen reden om stints op de openbare weg nu ineens te verbieden.
Een ongeval met een stint op een spoorwegovergang in Oss kostte donderdag aan vier kinderen het leven. Een vijfde kind en de bestuurster raakten zwaargewond. De toedracht van het ongeval wordt nog onderzocht.
In 2011 toonden de RDW en onderzoeksinstituut SWOV zich kritisch over de stint. De RDW, de overheidsdienst die over voertuigregistraties gaat, merkte op dat het vervoersmiddel te breed is. Een stint geldt als 'bijzondere bromfiets' en die mogen maximaal 75 centimeter breed zijn. De stint ligt daar met 110 centimeter flink boven. Maar dat werd niet als onoverkomelijk bezwaar gezien, aangezien bakfietsen ook 150 centimeter van de weg mogen gebruiken.
SWOV had geen technische bezwaren, maar wel bedenkingen bij het feit dat "ieder persoon van 16 jaar of ouder zonder enige rijopleiding’’ tien kinderen zou kunnen vervoeren. De onderzoekers pleitten voor aanvullend onderzoek naar de eisen die aan bestuurders gesteld moeten worden. Dat advies werd niet gevolgd. In plaats daarvan sprak het ministerie met de fabrikant af dat die standaardtrainingen aanbiedt bij de aanschaf. "Ook daarna blijft de mogelijkheid om bij de producent gratis trainingen te volgen, die in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland worden ontwikkeld'', schrijft de minister aan de Tweede Kamer.
Kinderopvangorganisaties die daar vanwege het ongeluk behoefte aan hebben, kunnen hun medewerkers kosteloos nogmaals op training sturen. Daar worden ze in een brief op gewezen.
Het ministerie gaat het toelatingsproces voor stints, maar ook voor andere licht gemotoriseerde voertuigen met een maximumsnelheid van 25 km per uur, opnieuw tegen het licht houden. De politie, de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de NS en ProRail onderzoeken het drama in Oss.