Clicky


Proceshouding

Proceshouding
16-12-2015 09:42 | Column Verkeersrecht | auteur Chris Klomp

Een rechtszaak draait altijd om een aantal vaste factoren. Het onderzoek. De schuldvraag. De strafmaat. Maar waar kun je als verdachte eigenlijk zelf invloed uitoefenen? Heeft het nut om daar over na te denken? Kun je een lagere straf krijgen als je iets doet aan je eigen presentatie? Het antwoord is ja.

Laat ik beginnen met een voorbeeld. Voor mij zat ooit een 71-jarige boer die met zijn zware trekker en kiepkar een Duitse fietster uit het leven had gereden. Hij zou te hard hebben gereden en te weinig ruimte hebben gelaten.

De boer vertelde de rechtbank dat hij het verschrikkelijk vond. Maar hij zei ook dat het toch nooit zijn schuld kon zijn geweest. Hij had immers voorzichtig gereden en naar eigen zeggen niet te hard. Dat drie getuigen daar anders over dachten, veranderde daar niets aan.

Toen een van de rechters hem vroeg of hij de volgende keer weer zo gehandeld zou hebben, bevestigde hij die vraag. Ja, hij zal zijn rijgedrag niet aanpassen. Want hij was immers voorzichtig geweest.

Voor de verdachte in kwestie was dat een logisch antwoord. Een ander antwoord zou zelfs gevaarlijk kunnen zijn. Zeggen dat je in de toekomst anders zal rijden, lijkt namelijk verdacht veel op een bekentenis. Op het begin van een erkenning van schuld. Als je in de toekomst anders zal handelen, zou dat immers best wel eens kunnen betekenen dat je nu fout zat.

De opstelling van de boer werd hem niet in dank afgenomen. De door justitie geëiste rijontzegging van een jaar werd door de rechtbank verdubbeld. Wat de rechtbank betreft had de boer immers geen inzicht getoond in zijn gedrag en dus niet geleerd van zijn fouten. De verdachte koos in deze zaak een ongelukkige strategie.

Begrijp mij goed. Ik snap de opstelling van de verdachte heel goed. Hij moet in zijn hoofd immers de vreselijke gevolgen van een ongeluk rijmen met zijn geweten. Dan is het logisch en zelfs heel menselijk om de schuld van een ongeluk zo ver mogelijk weg te leggen. Sterker nog: we doen het allemaal en de meeste mensen nog dagelijks ook. Van een kleine fout tot een groot drama. Het ligt nooit echt helemaal en alleen aan ons zelf. Zo beschermen wij onszelf tegen dat wat maar moeilijk te bevatten is.

Toch is deze opstelling in de rechtszaal niet altijd even handig. En zeker niet in verkeerszaken. In de regel letten rechters namelijk zeer scherp op inzicht in eigen gedrag. Dat wil niet zeggen dat je meteen schuld moet bekennen, maar het is wel raadzaam om de rechters te vertellen dat je echt wel weet waar je verantwoordelijkheden liggen en waar je het wellicht niet 100% goed hebt gedaan.

Rechters zijn geen beulen. Zij snappen als geen ander de menselijke beperking. Een mens is geen machine en als 'zwaardere' verkeersdeelnemer heb je nu eenmaal al snel schuld aan een ongeluk.

Maar hoe moet je je dan opstellen? De verdachte in het voorbeeld hierboven had ook kunnen zeggen: ik heb er alles aan gedaan om zo voorzichtig mogelijk te rijden, maar aan de gevolgen te zien, moet er ergens toch iets fout zijn gegaan. Als getuigen zeggen dat ik harder reed dan daar gebruikelijk is, dan zou dat wellicht zo kunnen zijn. Ik had persoonlijk echter absoluut niet het gevoel dat ik onverantwoord reed. Dat iemand om het leven is gekomen bij dit ongeluk spijt mij echter zeer. Ik moet de volgende keer nog beter opletten om ervoor te zorgen dat alles echt veilig is.

Deze opstelling kan natuurlijk een begin van schuld zijn. Maar je moet ook realistisch zijn. Het gevolg in deze zaak was duidelijk. De drie getuigen die vertellen over een te hoge snelheid ook.

Het is niet gezegd dat de verdachte in kwestie met deze opstelling een lagere straf zou krijgen, maar het kan heel goed zijn dat rechters hem in ieder geval ook geen hogere straf op hadden gelegd.

Dit verhaal is beslist geen theorie. Er zijn genoeg vrachtwagenchauffeurs die – vaak op aandringen van hun advocaat – een realistische benadering kiezen. Zij vertellen de rechtbank dat ze er echt alles aan hebben gedaan om een ongeluk te voorkomen, maar dat de harde praktijk van alledag een ongeluk nooit uit kan sluiten. Het zijn de chauffeurs die na een ongeluk er alles aan hebben gedaan om het slachtoffer te helpen. Die vragen of de nabestaanden van een dodelijk ongeluk contact willen om te praten over de laatste uren van hun geliefde. Die zelf hulp zoeken om problemen in de toekomst te voorkomen. Door een extra cursus te doen bijvoorbeeld. Of de werkgever te vragen extra camera's op de auto te plaatsen.

Voorkomen ze met die houding een straf? Nee, dat niet. Maar rechters zijn er wel zeer gevoelig voor en komen doorgaans met veel mildere straffen. Niet omdat rechters zo begaan zijn met vrachtwagenchauffeurs. Maar omdat zij een dure plicht hebben om in te schatten of een chauffeur opnieuw in de fout zal gaan.

In tegenstelling tot wat sommige mensen denken zijn rechters er niet op uit om kil af te straffen. Vaak is er begrip voor de moeilijke positie waar chauffeurs in zitten. Zij moeten immers door steeds drukkere verkeersstromen laveren om hun lading af te leveren. Die extra drukte en de immense verantwoordelijkheid zijn echter wel punten waar een rechter een chauffeur op af kan rekenen. Juist een rechtbank ziet het gevaar van zware combinaties die soms door stedelijk gebied moeten rijden.

Juist omdat de rechtbank die verantwoordelijkheid zo nadrukkelijk ziet en weegt, is het van belang voor een verdachte van een ernstig verkeersdelict om die verantwoordelijkheid ook te nemen.

Ook in de rechtszaal.