Brandweerman veroordeeld voor aanrijding met fietser
DEN BOSCH - Een 45-jarige brandweerman uit Budel is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor een verkeersovertreding. Hij minderde onvoldoende vaart bij het passeren van een rood verkeerslicht en veroorzaakte een aanrijding met een fietser. De man krijgt een geldboete van 500 euro en een voorwaardelijke rijontzegging van 3 maanden.
De brandweer reageerde in juni 2017 op een melding van een incident in Son met de hoogste prioriteit. De man bestuurde de brandweerwagen. Op een kruispunt in Eindhoven reed hij door een rood verkeerslicht en botste hij met zijn brandweerwagen tegen een fietser. De fietser liep daarbij blijvend hersenletsel op.
Volgens de rechtbank mocht de man door het rode verkeerslicht rijden, omdat hij met optische en geluidssignalen reed. Hij had echter wel (meer) moeten afremmen. De toegestane maximumsnelheid van een brandweerwagen die met optische en geluidssignalen door een rood verkeerslicht rijdt is 20 km/uur.
De rechtbank oordeelt op basis van verklaringen van de man en enkele getuigen, dat de brandweerwagen snelheid minderde toen hij de kruising opreed. Een exacte snelheid is niet meer vast te stellen. De rechtbank gaat er op basis van de bewijzen vanuit dat de snelheid lager was dan 76 km/uur, maar wel hoger dan de maximaal toegestane 20 km/uur. De man reed dus te hard.
De rechtbank concludeert daarnaast dat de man geen oogcontact maakte met de fietser. Hij kon dus niet zeker weten dat de fietser de brandweerwagen óók had gezien. Alles bij elkaar is volgens de rechtbank sprake van een verkeersfout, maar niet van een verkeersmisdrijf zoals de officier van justitie stelt.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de gevolgen van de verkeersfout van de brandweerman zeer ernstig zijn. Het is voor de rechtbank echter ook duidelijk dat de verdachte deze gevolgen voor het slachtoffer nooit heeft gewild. Daarbij weegt mee dat hij zijn fout maakte terwijl hij als brandweerman onderweg was naar een melding van een brand met de hoogste prioriteit. Al met al vindt de rechtbank een geldboete en een voorwaardelijke rijontzegging op zijn plaats.