Rotterdamse agent vervolgd voor meineed
DEN HAAG - Het Openbaar Ministerie stelt vervolging in tegen een 37-jarige agent van de eenheid Rotterdam, voor het plegen van meineed. Hij wordt ervan verdacht bewust een proces-verbaal te hebben opgesteld dat niet klopt.
De man was samen met collega's betrokken bij de preventieve fouillering van een zevental personen nabij een garage. Toen de garagehouder zich daaraan probeerde te onttrekken, wilde de agent hem aanhouden en hij heeft daarbij een kopstoot gegeven.
Over die kopstoot schreef de agent op dat hij door de garagehouder werd vastgepakt en dat de kopstoot nodig was om weer los te komen. Dat sluit wat het Openbaar Ministerie betreft niet aan bij wat er op camerabeelden van hetzelfde incident te zien is.
Vals proces-verbaal
De agent zal worden vervolgd voor het opmaken van een vals proces-verbaal. Volgens het Openbaar Ministerie kan hier geen sprake zijn van een vergissing of een andere beleving van de agent en moet hij dit bewust hebben gedaan.
De vervolging gaat niet over de kopstoot zelf. Daarvoor werd de agent eerder al veroordeeld tot een geldboete van 250 euro.
Eerder heeft de rechtbank in Rotterdam geoordeeld dat de strafzaak tegen de garagehouder was gebaseerd op een proces-verbaal dat niet in overeenstemming was met camerabeelden die door de garagehouder werden ingebracht.
De rechter oordeelde in zijn vonnis dat 'het proces-verbaal in strijd met de waarheid is opgemaakt en dat dit, mede gezien de mate van detail in het proces-verbaal, doelbewust moet hebben plaatsgevonden.' Omdat de Rotterdamse rechter zich al over dit proces-verbaal heeft uitgelaten, zal de zaak van de agent worden voorgelegd aan de rechtbank in Den Haag.