Geen vervolging voor meineed POK
DEN HAAG - Het Openbaar Ministerie stelt geen vervolging in naar aanleiding van twee aangiftes van meineed ten overstaan van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Drie personen die in november 2020 bij de POK verklaarden niet bekend te zijn met het memo Palmen, waren dat volgens de aangifte wel. Het OM concludeert echter dat zij hierover niet opzettelijk onjuist hebben verklaard.
Het gaat om de voormalig directeur-generaal van de Belastingdienst, de voormalig directeur Toeslagen van de Belastingdienst en de voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Financiën. De laatste twee zijn in het onderzoek naar aanleiding van de aangiften niet als verdachte aangemerkt maar enkel als getuige. Beiden verklaarden bij de POK dat zij zich weinig konden herinneren van het memo uit 2017 dat in juni 2019 weer boven water kwam. Uit het onderzoek is niet gebleken dat zij hierover opzettelijk onjuist hebben verklaard.
De voormalig directeur-generaal is wel als verdachte aangemerkt, maar zijn zaak is inmiddels geseponeerd. Bij de POK heeft hij verklaard dat hij pas via de media kennis heeft kunnen nemen van het memo en dat die hem niet op andere wijze bereikt heeft. Uit onderzoek is gebleken dat de memo wel ter sprake is gekomen in overleggen waaraan hij deelnam en dat er in mails wel naar de memo is verwezen, maar niet onder de titel 'Palmen' en dat deze memo niet door hem is ontvangen.
Tegenover de Rijksrecherche heeft de voormalig directeur-generaal verklaard dat hij met zijn verklaring bij de POK over 'kennisnemen' en 'bereiken' bedoelde dat hij de memo nooit eerder zelf heeft ontvangen, gelezen of bestudeerd. Gelet op deze nadere uitleg, de afstand die hij had tot de inhoud, de grote hoeveelheid overleggen en e-mails in de betreffende periode en het feit dat de memo volgens meerdere getuigen in de betreffende periode niet de betekenis had die het later kreeg, maakt dat het OM van mening is dat er geen sprake is geweest van meineed.