Clicky


Vrijspraak twee mannen van betrokkenheid bij moord

Vrijspraak twee mannen van betrokkenheid bij moord
26-07-2023 17:03 | Binnenland | auteur Redactie

AMSTERDAM - Twee mannen van 72 en 73 jaar oud worden vrijgesproken van enige betrokkenheid bij de moord op een 23-jarige man in de nacht van 8 op 9 april 2021 in Amstelveen. Het slachtoffer werd op 12 april 2021 levenloos aangetroffen in een bestelbus in Amsterdam-Noord. Uit het dossier blijkt dat het slachtoffer in de vier maanden vóór zijn dood intensief is geobserveerd. Een motief voor de moord is tot nu toe niet gevonden.

De 72-jarige man wordt vrijgesproken van het medeplegen en medeplichtigheid van de moord op de 23-jarige man, en van voorbereidingshandelingen voor moord. Datzelfde geldt voor de 73-jarige man, ondanks zijn betrokkenheid bij observaties van het latere slachtoffer. Aangezien beide mannen worden vrijgesproken, worden de vorderingen van de nabestaanden niet-ontvankelijk verklaard. 

De rechtbank verwerpt de redenering van de officier van justitie dat vaststaat dat de observaties door de 73-jarige man en het doorgeven van de locatie van het slachtoffer een crimineel doel moet hebben gehad omdat het slachtoffer uiteindelijk is doodgeschoten. Dit zegt namelijk niet dat de 73-jarige man wist dat de observaties dienden om een liquidatie te plegen. Dat geldt ook voor zijn laatste observatie.

Toen is het slachtoffer, volgens zijn zeggen, in zijn bijzijn doodgeschoten. De omstandigheid dat hij de schutter na de moord heeft geholpen het levenloze lichaam van het slachtoffer in de bestelbus te leggen die aan het slachtoffer toebehoorde, is ook niet voldoende. Bewijs dat hij een rol speelde bij de moord zelf is er niet.

Ook is er onvoldoende bewijs voor zogenoemd voorwaardelijk opzet. Daarvan is sprake als een verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn handelen tot een delict zou leiden waarbij iemand om het leven komt. De rechtbank kan alleen vaststellen dat de 73-jarige man tijdens (een deel van) de observaties in huurauto’s zat en verblijfplaatsen van het latere slachtoffer doorgaf. Dat hij zich verder op zijn zwijgrecht beriep, levert geen bewijs op. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat observaties met huurauto’s niet enkel worden gedaan met het oog op de voorbereiding van een levensdelict.

Op basis van het dossier kan evenmin worden vastgesteld dat de 72-jarige man als medepleger of medeplichtige betrokken was bij de moord of daarvoor in vereniging strafbare voorbereidingshandelingen heeft gepleegd. Dat hij auto’s heeft gehuurd die bij de observaties werden gebruikt, is hiervoor onvoldoende.