Clicky


Rechtbank: Derdelanders behouden recht op tijdelijke bescherming

Rechtbank: Derdelanders behouden recht op tijdelijke bescherming
30-08-2023 18:57 | Binnenland | auteur Redactie

ROERMOND - De staatssecretaris is niet bevoegd om de tijdelijke bescherming die is verleend aan een specifieke groep zogenoemde 'derdelanders' die zijn gevlucht uit Oekraïne te beëindigen per 4 september 2023. Zo luidt de uitspraak die de Vreemdelingenkamer van de rechtbank Limburg, locatie Roermond, vandaag, woensdag 30 augustusm heeft gedaan in drie zaken.  Dit betekent dat zij net zo lang gebruik kunnen maken van hun recht op tijdelijke bescherming als alle andere ontheemden aan wie die tijdelijke bescherming al is verleend.

Richtlijn Tijdelijke Bescherming

Door het uitbreken van het conflict in Oekraïne zijn veel mensen ontheemd geraakt. Het asielrecht is een van de onderwerpen die op Europees niveau worden geregeld. De Europese Unie heeft naar aanleiding van eerdere conflicten in Bosnië en Kosovo de 'Richtlijn Tijdelijke Bescherming' opgesteld. Het doel van deze richtlijn is enerzijds het bieden van bescherming aan mensen die op de vlucht zijn en anderzijds het voorkomen dat de asielsystemen van de lidstaten overbelast raken. Door het kunnen bieden van tijdelijke bescherming hoeven de lidstaten namelijk niet van alle ontheemden de asielaanvragen te behandelen, maar kunnen de lidstaten een verblijfstitel verlenen op grond van deze richtlijn. De richtlijn schrijft voor dat de Raad van de EU een Uitvoeringsbesluit moet maken als de richtlijn van kracht wordt met betrekking tot een bepaald conflict. 

Ruimhartige toepassing

In het Uitvoeringsbesluit voor Oekraïne is bepaald aan welke categorieën mensen, die zich onder die ontheemden bevinden alle lidstaten verplicht tijdelijke bescherming moeten bieden. De Richtlijn en het Uitvoeringsbesluit bevatten ook een zogenoemde 'facultatieve bepaling' op grond waarvan de lidstaten ook aan categorieën mensen die ontheemd zijn geraakt door het conflict in Oekraïne en die niet verplicht beschermd moeten worden, bescherming mogen bieden. De staatssecretaris heeft van deze bevoegdheid gebruik gemaakt omdat hij ruimhartig toepassing wilde geven aan de Tijdelijke Beschermingsregeling. Ook omdat dat tot gevolg zou hebben dat voor al die ontheemden geen individuele beoordeling van hun asielaanvraag hoefde plaats te vinden. Door deze beslissing is aan mensen, die ontheemd zijn geraakt uit Oekraïne en in Oekraïne een tijdelijke verblijfsvergunning hadden, bijvoorbeeld om te werken of te studeren, ook tijdelijke bescherming op grond van deze Richtlijn verleend.

Niet bevoegd om te beëindigen

De rechtsvraag die in deze procedures centraal staat, is de vraag of de staatssecretaris de tijdelijke bescherming die aan die derdelanders is verleend, mag beëindigen. De rechtbank in Roermond komt na een analyse van het Europese recht tot de conclusie dat de staatssecretaris wel bevoegd was om deze categorie ontheemden tijdelijke bescherming te verlenen en dat dit ook op de juiste wijze is gedaan. Echter, is hij niet bevoegd om deze tijdelijke bescherming zelfstandig te beëindigen. Op het moment dat aan deze mensen tijdelijke bescherming is verleend, vallen zij onder de werkingssfeer van de Richtlijn en zijn zij begunstigden van die Richtlijn. De rechtspositie van alle begunstigden van de Richtlijn is geregeld in de Richtlijn en het Uitvoeringsbesluit.

Ook de bevoegdheden en de verplichtingen die de lidstaten hebben ten aanzien van alle begunstigden zijn geregeld in de Richtlijn en het Uitvoeringsbesluit. In de Richtlijn en het Uitvoeringsbesluit is geen bevoegdheid toegekend aan de lidstaten om tijdelijke bescherming die al is verleend aan individuele ontheemden weer te beëindigen. Een dergelijke bevoegdheid kan ook niet worden ingelezen en behoort evenmin tot de zogenoemde 'procedurele autonomie' van de lidstaten.