Aanval op Nagorno-Karabach gaat tweede dag in

BAKOE - Het geweld in de betwiste regio Nagorno-Karabach is een tweede dag ingegaan. Azerbeidzjan begon dinsdag met een aanval op de etnisch-Armeense enclave Nagorno-Karabach in het kader van "anti-terroristische maatregelen" tegen Armeense separatisten.

Hoeveel slachtoffers er zijn gevallen, is niet duidelijk. Het dodental is volgens een oud-topfunctionaris van de regio opgelopen tot bijna honderd, maar dat cijfer is niet onafhankelijk bevestigd. Volgens hem ging de militaire operatie ook 's nachts door en is er sprake van een "grote oorlog" en een "typische etnische zuiveringsoperatie".

Azerbeidzjan ontkent beschuldigingen van etnische zuivering en zegt de rechten van inwoners te zullen beschermen onder zijn eigen grondwet. De regio is officieel Azerbeidzjaans, maar het bergachtige gebied wordt vooral bewoond door etnische Armeniërs.

Lang conflict

Armenië en Azerbeidzjan zijn al lang met elkaar in conflict over Nagorno-Karabach. In de jaren negentig scheidde de regio zich in een burgeroorlog van Azerbeidzjan af en voegde zich bij Armenië. Azerbeidzjan heroverde in 2020 wat verloren gebieden in een nieuwe oorlog met het buurland. Beide bloedige oorlogen eindigden met een door Rusland bemiddelde wapenstilstand.

Armenië stelt dat Rusland te afgeleid is door de oorlog in Oekraïne om Nagorno-Karabach te beschermen en zegt dat de Russische vredesmacht zijn werk niet goed doet. Bijna 2000 Russen zien volgens afspraken uit 2020 toe op de vrede. Zij hebben sinds dinsdag in Nagorno-Karabach meer dan 2000 burgers geëvacueerd, meldt het Russische staatspersbureau TASS woensdag.

Naast Rusland roepen ook onder meer de Verenigde Staten, de Europese Unie en de Verenigde Naties op de aanval in Nagorno-Karabach te staken. Maar daar lijkt de regering in Bakoe geen gehoor aan te geven. Die zegt door te blijven gaan totdat de separatisten hun wapens neerleggen.