Oplichting via 1-cent-tikkies: OM eist 24 maanden en boete
HAARLEM - Een man van 25 en een man van 27 jaar stonden dinsdag terecht voor grootschalige online oplichting. Wat begon met een betaalverzoek om inloggegevens van bankrekeningen te verkrijgen, liep uit op diefstal van duizenden euro’s bij tientallen slachtoffers. Het Openbaar Ministerie eiste gevangenisstraffen tot 24 maanden tegen hen, plus een geldboete van 10.000 euro.
De zaak begon met meerdere aangiften van zogenaamde tikkie-fraude. Slachtoffers werden benaderd omdat zij een advertentie op Marktplaats hadden staan. Dit kon gaan om alledaagse voorwerpen, variërend van een frituurpan tot vazen en een wasrek, waarbij betrokkenen niet verwachtten dat ze het doelwit van criminelen zouden worden. Zij werden vervolgens met een list verleid om op een 1-cent-tikkie-link te klikken. De ‘kopers’ vertelden zelf eerder te zijn opgelicht en dat zij met deze 1-cent-verificatie-check probeerden een nieuwe oplichting te voorkomen. Dat wekte vertrouwen.
De link leidde echter niet naar een echte website maar naar een zogenoemde phishing site. Daar vulden de slachtoffers nietsvermoedend hun inloggegevens in, die vervolgens door de verdachten werden gebruikt om toegang en controle te krijgen tot bankrekeningen. Daarna werd er geld overgeboekt naar de rekening van verdachten of werden er spullen gekocht van de rekening van de slachtoffers.
Ernstige schade
De politie kwam de verdachten op het spoor via telefoonnummers en de IP-adressen waarmee ze inlogden in de bankomgeving van hun slachtoffers. Deze adressen leidden naar de woning van één van de twee verdachten en naar de woning van de ex-vriendin van de andere verdachte. Ook werd één van de verdachten herkend in het programma Opsporing Verzocht.
Volgens de officier van justitie hebben beide verdachten ‘aantoonbaar veel slachtoffers gemaakt’. De een voor een periode van drie maanden, de ander voor de duur van zes maanden, zo bleek uit onderzoek. Ze opereerden al dan niet gezamenlijk en hoewel de een langer bezig lijkt te zijn geweest, liep de financiële schade die zij individueel veroorzaakten niet ver uiteen. ‘Dit plan kon alleen met succes worden voltooid als de schakels goed met elkaar waren verbonden en deze elkaar in rap tempo opvolgden. Er mocht geen onnodig tijdsverlies ontstaan. Want als het slachtoffer bemerkt dat er onbekende geldbedragen van zijn rekening worden afgeschreven en zijn bank informeert, eindigt het plan.’
De officier stelde dat de verdachten met hun handelen niet alleen de rekeninghouders, maar ook banken ernstige schade hebben berokkend. ‘De bijdrages van verdachten hebben het economisch systeem en het vertrouwen van de getroffen rekeninghouders in het betalingsverkeer en bankwezen ernstig ondermijnd.’ Ook hield hij de rechtbank voor dat de mannen, die eerder zijn veroordeeld voor een vergelijkbaar delict, tot aan de zitting geen enkele verantwoording hebben willen afleggen.
Het OM hield bij de strafeis rekening met het overschrijden van de redelijke termijn. Tegen de 27-jarige verdachte eiste hij een celstraf van 24 maanden, tegen die van 25 jaar twintig maanden. Ook achtte hij een geldboete van 10.000 euro passend als signaal dat misdaad niet mag lonen.